Gepubliceerd op 13 april 2020 | Laatst aangepast op 5 juli 2024
Je zal het wel herkennen, dat iemand die je niet kent al snel vraagt of anglofiel bent. Of je bent diegene voor geweest en je hebt het al opgebiecht. Toen ik het in mijn tienerjaren voor het eerst hoorde dacht ik even dat iemand me een erge ziekte toewenste. Maar al snel kwam ik erachter dat ik het niet kon ontkennen. Ja, ik ben een anglofiel! Maar wat is een anglofiel nou eigenlijk?
Volgens de Nederlandse Van Dale is een anglofiel: “Iemand die zeer gesteld is op alles wat Engels is”. Zou ik dan eigenlijk een britofiel zijn? Ik ben tenslotte ook dol op Schotland, Wales en Ierland. Volgens de Oxford English Dictionary mag je gelukkig ook alles wat Brits is appreciëren: “A person who is fond of or greatly admires England or Britain”. En omdat we toch anglofiel zijn, houden we natuurlijk het Britse woordenboek aan. Het woord is ontstaan uit het Latijnse Anglus (Engels) en het Oudgriekse φίλος, philos (vriend). Een anglomaan gaat een stapje verder: “Blinde ingenomenheid met alles wat Engels is”. Als anglofiel heb je natuurlijk ook je voorkeuren. De één houdt meer van de Britse detectives en anderen zijn bijvoorbeeld dol op de Queen en de Britse monarchie. Je kunt moeilijk alles geweldig vinden aan het Verenigd Koninkrijk, want dan ben je anglomaan (en dan wordt het een beetje eng 😉).
Geschiedenis
Velen zijn dol op Britse schrijvers zoals Austen, Tolkien of Dickens. Die laatste was trouwens een vroege gebruiker van het woord ‘anglofiel’. In het Victoriaanse literaire tijdschrift All the Year Round beschreef Charles Dickens in 1864 de Revue des deux Mondes (een Frans tijdschrift) als “een geavanceerde en enigszins anglofiele publicatie”.
Als we verder terug gaan in de tijd komen we uit bij de Franse filosoof François-Marie Arouet, beter bekend onder zijn pseudoniem Voltaire. Fransen en Britten gaan (in de geschiedenis) meestal niet zo goed samen, maar toen Voltaire na drie jaar Groot-Brittannië (1726-1729) terug kwam was hij verkocht. Hij leerde er de taal en kon de constitutionele monarchie en (religieuze) tolerantie daar zeer waarderen. In Engeland was toentertijd de censuur losser en zaken doen was een respectabele bezigheid. In 1733 bracht hij Letters Concerning the English Nation uit, waarin hij veel lof had over het Britse empirisme als een betere manier van denken. Pas toen het boek in 1734 in het Frans (Lettres philosophiques) in Frankrijk uitkwam was het hek van de dam. Dit kon natuurlijk niet geaccepteerd worden.
Het boek werd verbannen en openbaar verbrand. Als illegale druk was het boek echter zeer populair en anglofilie was in Frankrijk geboren. Shakespeare en Isaac Newton werden opeens populair, terwijl ze daarvoor nauwelijks bekend waren. Vele Fransen wilden ook graag een Engelse tuin. Schrijver/Reiziger H. L. Fougeret de Monbron vond het 1757 wel welletjes geweest en bracht Préservatif contre l’anglomanie (The Antidote to Anglomania) uit. Hierin stelde hij de superioriteit van de Franse cultuur boven die van de Britse en hij noemde de democratie in Engeland een mobocratie (een overheidsvorm waarbij de bevolking niet de macht heeft om hun vertegenwoordigers te kiezen).
Bekende anglofielen
Naast Voltaire zijn er meer bekende anglofielen. Je zou het niet verwachten, maar Hitler was ook dol op de Britten, zij behoorden volgens hem ook bij het Arische ras. Daarom droomde hij van een Anglo-Duitse alliantie. Deze droom viel in duigen toen de Britten in 1938 duidelijk maakten geen bondgenoot te willen worden. Hitlers propaganda veranderde van een pro Engelse naar een anti-Engelse. Britse muziek en kledingstijl werden sindsdien dan ook als provocatie opgevat en dus zeer populair onder het verzet.
Er zijn ook hedendaagse Amerikaanse/Canadese sterren die dol zijn op het Verenigd Koninkrijk, denk maar eens aan Madonna, Quentin Tarantino, Drew Barrymore, Gwyneth Paltrow, Mike Myers en natuurlijk schrijver Bill Bryson. Johnny Depp zei ooit: “Ik heb altijd een goede band gehad met de Britten. Het is het gevoel voor humor. Ik heb me altijd honderd procent thuis gevoeld in Groot-Brittannië en in Londen. Ik ben ook gefascineerd door de geschiedenis. Ik vond het heerlijk om rare kleine uitstapjes te maken naar Bath, Rye of Chichester, of gewoon wat rond te dwalen in Canterbury.”
Tja, we kunnen het niet meer dan eens zijn met Johny Depp. Misschien is anglofilie toch een beetje een ziekte, maar of het nou echt is om het te hebben? Dus vertel ons waar jouw liefde is begonnen. Waren het de Britse boeken, tv-series, het eten, het platteland, de steden, de mensen, de gewoontes, de humor die je anglofiel hebben gemaakt? Of was het toch het thuisgevoel wanneer je voor het eerst het kanaal overstak?
2 reacties op “Anglofiel: iemand die zeer gesteld is op alles wat Engels is”
Mijn eerste kennismaking met Groot Brittannië was in 1976-1977ik was nog geen 18. Ik ging op bezoek bij mijn nicht in Buckden bij Huntingdon. Ik sprak geen woord Engels maar de mensen waren erg vriendelijk, ik snapte ook niks van dat geld al die soorten munten die soms de zelfde waarde hadden. Maar de mensen pakten precies uit mijn hand wat ze nodig hadden en telden het weer na zodat ik zag dat ze niets extra’s pakten. Anglofiel werd ik in 2008. Bij Dover de boot afrijden het landschap in, alsof ik thuis kwam. Sinds dien 1 a 2x per jaar op vakantie naar Groot Brittannië met de caravan. De mensen die wij spreken zeggen soms dat wij al meer van Engeland hebben gezien dan zij zelf. Mijn Engels is nog niet geweldig maar zoals de Engelsen zeggen. Your english is better than my Dutch.
Wat een mooie ervaringen, hopen dat je weer snel met de caravan die kant op kan.