Gepubliceerd op 15 oktober 2016 | Laatst aangepast op 3 oktober 2024
Ik ben voor een lang weekend in East Anglia, na mijn avonturen in Norwich reis ik verder.
Binnen 40 minuten ben ik van Norwich met de Abellio -trein in Ipswich: het net iets kleinere zusje van de kanariestad. Ik loop de brug over de Orwell over, het water die het station van de stad scheidt. Ik zie Portman Road recht voor me uit, het stadion waar ik morgen mag gaan juichen voor Ipswich Town FC. Nu sla ik echter rechtsaf, richting Waterfront.
Ik kom bij een gebied vol grote contrasten, vergane glorie, bouwgeraamtes en prachtige panden. Gelukkig behoort mijn hotel tot de laatste. Na een koffer drop-off ga ik iets verder de boot op. Ik heb de meevaller dat ik met de laatste publieke tour van de Orwell Lady mee mag. Wellicht ben ik nog fortuinlijker met het feit dat ik op de laatste dag van september buiten in het zonnetje kan gaan zitten. De zon verdwijnt af en toe achter een wolk en dan is het toch wel wat fris op het bovendek. Ik laat me echter niet kennen en geniet volop als we beginnen met een rondje in de haven.
De University of Suffolk heeft twee van de nieuwere gebouwen aan het water in zijn bezit. Het grootste gebouw werd ontworpen door RMJM Architects, geopend in 2008 en kostte 21 miljoen pond. The Old Custom House, The Mill, Isaacs en Salthouse zijn de andere meest opvallende gebouwen aan de haven. Alhoewel… dat grote lege gebouw, wat is het? De eigenaar van het ‘wine rack’ had grootse plannen met het pand. Het pand is helemaal gestript en toen sloeg de economische crisis toe. Toen bleef het tot de dag van vandaag stil rondom het pand… Wanneer er een plek vrij is in de sluis dalen we naar zeeniveau. Sinds 1842 bestaat de Ipswich Dock al, wat toentertijd de grootste van het koninkrijk was.
We koersen door het typische landschap van deze regio richting Harwich. Geen bergen maar gloeiende beboste heuvels. Dat dit een mooie rivier is om over te varen weten meer mensen; het water ligt vol met boten. Enkele zijn bemand, andere wachten deinzend op het water tot hun eigenaar tijd voor ze heeft.
De Orwell Lady voert je langs jachthavens en onder de Orwell Bridge door. Sinds 1982 overspant de brug, gebouwd door een Nederlandse aannemer, 1.287 meter. De kapitein geeft mijn medepassagiers en mij informatie over de Freston Tower, Broke Hall, Pin Mill en al de andere highlights die we krijgen te zien. Op de terugweg blijkt er ook op een zeehond te zijn geweest. Waarschijnlijk heb ik die door gezellig geklets gemist. Desondanks geniet ik van alles wat Suffolk te bieden heeft, inclusief de zon. Tegen het eind van de reis komen we van het lieflijke Engelse landschap in de grote haven van Felixstowe. Gigantische goederenschepen worden beladen of gelost. Een prachtig gezicht en ik kijk me ogen uit. Ik voel me erg klein in de rondvaartboot naast deze grote bakbeesten.
De oude haven van Harwich is waar we omdraaien om terug te gaan richting Ipswich. Het is eens een ander gezicht dan de grote haven waar Stena Line aanlegt. De grote ferry vaart wel voorbij de stad, maar dan is het vaak nog te donker om de historische centrum te zien.
Ook de terugweg verveelt niet, het is dezelfde route, maar toch zie ik weer andere dingen. Ook de lucht trakteert ons op steeds wisselende schouwspellen. Langs Levington en onder de Orwell Bridge komen we weer bij de Ipswich sluis aan. Daar stijgen we naar het niveau van de ‘dock’, om zo weer aan te meren en vaste grond onder voeten te hebben. Als kers op de taart worden we nog getrakteerd op een regenboog, prachtig zo zonder de regen.
Foto’s Orwell River cruise
Na allemaal positieve verhalen die ik over mijn hotel hoorde, ben ik nieuwsgierig geworden. Natuurlijk heb ik de website al bekeken, maar zien is geloven. Als ik incheck bij Salthouse Harbour Hotel blijkt mijn koffer al op mijn kamer te liggen. Wat een service. Als ik op mijn kamer kom sta ik even stil….oké, alle beloftes worden waargemaakt. Ik kijk uit op de haven waar ik net van boord ben gestapt. En als ik wil kan ik uren turen naar de bootjes vanuit de koperen badkuip die achter het gigantische bed staat. Veel stellen spenderen hier hun huwelijksnacht voordat ze op huwelijksreis gaan, ik begrijp waarom.
Ik neem afscheid van ‘mijn kamer’ om een hapje te eten. Want naast hotel is Salthouse ook restaurant. Tip: boek een tafeltje bij het raam, en kijk uit over de haven. Ik zet mijn tanden in een heerlijke eendenborst en als toetje neem ik een donkere chocolade fondant. Te lekker om ook maar een kruimeltje te laten liggen.
Door al dat zalige eten vergeet ik bijna de tijd. Ik haast me na het dessert dan ook naar DanceEast , niet ver van Salthouse. Gelukkig want ik ben net op tijd. DanceEast is het hart van de stad op dansgebied. Naast danslessen is er ook een zaal voor 200 mensen.
Vanavond staat er een voorstelling van Candoco Dance Company op het programma, dit dansgezelschap viert zijn 25e verjaardag met een dubbelvoorstelling. Notturnino, speciaal voor het gezelschap geschreven, is geïnspireerd op ‘Tosca’s Kiss’. Een documentaire over gepensioneerde operazangers. Naast de zang hoor je ook stukken uit de docu, die worden vertaald op het scherm achter de dansers. Set and Reset/Reset is een aangepaste versie van het bestaande Set and Reset van Trisha Brown. Aangepast omdat de Candoco Dance Company niet zomaar een dansgroep is. Het is een combinatie van valide en mindervalide dansers. Ze kunnen er niets minder door en zetten een knap staaltje danswerk neer.
Na de voorstelling is het dan eindelijk tijd voor dat bad. Vol laten lopen, thee zetten, gordijnen dicht (ondanks het mooie uitzicht) en genieten maar…
’s Ochtends gaat het genieten gewoon door. Geen gewoon ontbijtbuffet bij Salthouse, maar ik neem weer plaats in het restaurant en krijg de menukaart voor me. Na toast met jam, versgeperste sap, fruitsalade en een yoghurtje met rood fruit, ben ik weer klaar om te gaan. Vandaag ga ik de stad verkennen met een gids. Ik ben erg benieuwd wat de stad nog meer te bieden heeft dan de haven.
Mike laat me zien dat vlak achter mijn hotel de historie al te vinden is. We stoppen bij de waterpoort, Wolsey’s Gate. Rond 1520 gebouwd, toen het water nog tot op die hoogte kwam. Het was de toegang vanaf het water tot Wolsey’s College. Bij de poort staat ook St. Peter’s Church , een kerk die Wolsey bij zijn College wilde hebben. Hij eiste wel een aantal aanpassingen, waardoor de kerk in verval kwam. Het geld dat de spullen uit de kerk opleverden, gingen naar Wolsey’s school. Zijn droomschool kwam er uiteindelijk niet, en de kerk kwam in 1537 weer terug bij de parochianen. Waar toentertijd het water lag, ligt nu College Street, vernoemd naar de school die er nooit echt kwam.
We steken deze straat over richting het centrum en komen bij het standbeeld van de man met grootse plannen. Wolsey, zijn naam doemt vaak op in deze stad. Thomas Wolsey is in 1471 hier geboren en werd kardinaal van de Rooms-katholieke kerk. Nog belangrijker was zijn macht in de politiek, hij was lid van de adviesraad voor de kroon voor Hendrik VIII. In de jaren ’20 wilde de koning echter van zijn vrouw scheidde, omdat deze geen mannelijke troonopvolger had opgeleverd. Wolsey moest ervoor zorgen dat er toestemming van de paus voor de scheiding zou komen. Wat Thomas Wolsey ook probeerde, het lukte hem niet waardoor hij uit de gratie viel. In 1929 verliest hij al zijn titels, op aartsbisschop van York na. Hiervan trok hij zichzelf terug. Wolsey vond dat leren ook leuk moest zijn en wilde een grote universiteit (zoals Oxford) in Ipswich opzetten. Door zijn verval is deze droom in duigen gevallen. Toch is Ipswich trots op deze man, en eert hem met veel meer dan alleen dit beeld. Zijn naam wordt veelvuldig gebruikt voor straten en gebouwen.
Het Wolsey-beeld staat voor een aantal middeleeuwse huizen. Ipswich heeft deze meer dan Norwich, maar ze zijn meer verspreid waardoor je regelmatig wordt verrast door zo’n mooi gebouw. Hier staat er een aantal op een rij met verschillende behandelingen. Wit met zwarte strepen, wit met vaal zwarte strepen, geel met zwarte strepen, geel met vaal zwarte strepen. Grote kans dat ze echter in de middeleeuwen vaal geel/rood met zwarte strepen waren. Mij maakt het niet zoveel uit, ik vind de middeleeuwse woningen allemaal even prachtig. Ik blijf daarom dan ook elke keer weer even kijken als er een opdoemt.
Even later staan we weer stil, deze keer niet voor een middeleeuws woonhuis maar voor het Great White Horse Hotel. Dit is niet mijn onderkomen voor de komende nacht, het is tegenwoordig zelfs geen hotel meer. Er is een Starbucks in gevestigd en staat voor het grootste gedeelte leeg. Maar er zit een grootse geschiedenis achter de witte muren van het voormalige hotel. Charles Dickens verbleef hier enkele keren en noemde het hotel in zijn debuut Pickwick Papers.
Even later loop ik bijna voorbij een poort, maar Mike kent zijn plekken en neemt me mee naar binnen. Pykenham’s Gatehouse valt van de straatkant misschien niet meteen op, maar een mooi gebouw is het zeker. William Pykenham liet het rond 1470 bouwen. Het zijgebouw is later aangebouwd en als in ingang gaan dienen. De vroegere ingang wordt nu afgesloten door het pand aan de andere kant, de trap is nog wel te zien vanaf binnen.
Van een hele andere orde is Christchurch Mansion in het gelijknamige park. Ooit eigendom van de Priorij van de Holy Trinity, maar sinds de opheffing van het klooster is het naar Sir Edmund Withipoll gegaan. Hij bouwde er omstreeks 1550 een herenhuis. Deze werd nadien nog vele malen verbouwd tot de Mansion die er nu staat. Helaas staat het pand in de steigers voor onderhoud, maar binnen is alles gewoon te aanschouwen. Colchester + Ipswich Musea heeft hier namelijk één van zijn musea. Je kunt er verschillende kamers ingericht zoals vroeger bekijken, maar er is ook kunst. Zeker de moeite waard om eens rustig doorheen te lopen. Net zoals door het park, vooral als het zonnetje schijnt.
Mike wil echter de stad laten zien, en er is zoveel te zien dat we door moeten. Op naar het Ipswich Museum in de High Street. Dit is niet zoals je zou verwachten in hartje centrum, maar daar net buiten. Ooit zat het museum wel in het centrum, in het niet voor niets zo hetende Museum street. Maar dit pand werd te klein en zodoende verhuisde het museum in 1881. Een statig gebouw met als hoofdmoot de natuurhistorie. Bij binnenkomst zie je een grote mammoet, die hier in de regio gevonden is.
We dalen Museum Street af om het oorspronkelijke gebouw van het museum te bekijken dat nu een café huisvest. Iets verder ligt de kerk St Mary at the Elms met haar oude Normandische deur. Maar dat is niet het enige wat deze kerk speciaal maakt. Het huisvest het beeldje van Our Lady of Ipswich, tenminste een kopie van het origineel dat nu in Nettuno staat. Rondom het beeldje zouden wonderbaarlijke genezingen hebben plaatsgevonden.
Bijzonder is ook de tegenstelling bij Willis Building, dit glazen gebouw weerspiegelt het oude Unitarian Meeting House. Nieuw en oud mooi naast elkaar, beide Grade 1 listed (monumentale) gebouwen. Het Willesgebouw is tussen 1970 en 1975 gebouwd na het idee van architect Norman Foster. Het Unitarian Meeting House uit 1700 is ingericht als kerk.
Wanneer we richting het centrum lopen, passeren we het beeldje van Giles’ Family. De oma is gebaseerd op de cartoon van Carl Giles. Ze kijkt dan ook richting zijn oude kantoor van Express Group Newspapers. Om haar heen heeft Grandma allerlei andere figuren uit de cartoon verzameld. Een vrolijk beeld, alhoewel ik er niet zo zeker van of oma wel zo vrolijk is…
Op Cornhill is het markt, toch is het statige stadhuis en al de andere mooie gebouwen nog prima te zien. Er is echter nog één gebouw wat Mike me wil laten zien, onder het mom van ‘het mooiste voor het laatste bewaren’. Het Ancient House is een monumentaal pand uit de 15e eeuw. Op de gevel zijn beeltenissen van alle continenten gepleisterd. Tenminste, van die toen bekend waren, Australië en Antartica ontbreken daardoor. Naast het witte gepleisterde gedeelte heeft het gebouw aan de onderkant nog prachtig houtsnijwerk. Een zeer mooi geheel en een prima afsluiting van de stadswandeling.
Met een gids zie je toch meer dan alleen, daarom zijn er regelmatig wandelingen met gids door Ipswich tegen een kleine vergoeding. De (website van ) Tourist Information Centre kan je hierbij verder helpen.
Van al dat wandeling krijg je honger en daarom strijk ik neer in Cosy Club . Een restaurant dat pas net een paar weken open is maar er prachtig uitziet. Van buiten supermodern, maar binnen waan je je in een museum. Ik zou me uren kunnen vermaken met al die schilderijen die aan de muur hangen, maar daar kwam ik niet voor… De menukaart zorgt voor afleiding, keuzes… Het wordt buikspek en als toetje Eton Mess. Alletwee heerlijk, alletwee tot op in de puntjes verzorgd, net zoals het restaurant zelf.
In de middag staat er voetbal op het programma. Altijd al op mijn wishlist; voetbal in Engeland. Om me heen wordt er gegrapt, ‘en dan ga je uitgerekend naar Ipswich Town FC ‘. Maar mij deert het niet, ik ga voor de sfeer. Deze zaterdagmiddag spelen ze tegen Huddersfield Town FC, de koploper in The Championship. Een lastige voor middenmoter Ipswich. De bal is en blijft rond en ik heb dus vertrouwen, ‘hup Ipswich’. Het stadion zit halfvol. Voor het eerste fluitsignaal wordt ‘The Blues Song’ Hey Jude van de Beatles gedraaid en doet het elftal hun groepsritueel. Dat ik niet goed op de hoogte ben van de Engelse voetbalcultuur blijkt wel als ik verbaasd om me heen kijk. Ik ruik geen bier, ik ruik meegebrachte soep bij de persoon naast me. Tomatensoep in plaats van bier? Naar nu blijkt, mag er al in geen jaren meer bier worden gedronken op de tribunes. De sfeer is er niets minder om, wellicht zelfs beter. De eerste helft houdt Ipswich goed vast aan de 0-0, wat tegen zo’n tegenstander niet onverdienstelijk is. Al vind ik dat de Huddersfield al strafpunten verdient voor de niet zo flatteuze outfits, maar helaas, zo werkt dat niet in het voetbal. Zoals voorspelt gebeurt, de blauwen houden de boel dicht zodat er niet gescoord kan worden. Alhoewel, in de tweede helft scoort Schindler toch de 0-1. Helaas, maar het is nog niet voorbij en ik houd hoop. Er wordt gezongen en herrie gemaakt op de tribunes. Ook hier staan de beste stuurlui aan wal. ‘To the blues, you idiot’. Ik geniet er van, heerlijk al die commentaren om me heen, vaak beter dan het spel zelf. Ipswich scoort dan ook niet meer, zelfs niet in de verlenging. ‘Nearly good football’. De ruim 16.000 toeschouwers druipen af. Ik heb er echter nog niet genoeg van gehad en pak een afzakkertje met wat andere supporters.
Nog eigenlijk vol van de lunch ga ik toch maar wat eten. Vanavond ga ik namelijk genieten van de musical Made in Dagenham in het New Wolsey Theatre . Omdat ik niet halverwege met een rommelende maag de rest van het publiek wil storen, eet ik wat vooraf bij het theater zelf. Na de kipburger en een toetje ben ik helemaal klaar voor een avondje entertainment. Made in Dagenham is geïnspireerd op een echt verhaal en gebaseerd op de gelijknamige film. Het gaat over Rita, een drukke huismoeder die bij de Ford fabriek werkt. Zij verdient echter, net als haar andere vrouwelijke collega’s, minder dan de mannen. Door omstandigheden staat Rita opeens vooraan in de opstand tegen ongelijke lonen. De druk wordt hoog maar ze vecht door. Het is een opzwepende en goede show en ik ga dan ook met een goed gevoel terug naar mijn hotel.
Meer informatie
All About Ipswich
Visit Suffolk
Visit East Anglia
Deze reis werd mede mogelijk gemaakt door Visit East Anglia , Stena Line en Abellio Greater Anglia
Janie | 2016