Gepubliceerd op 17 juni 2021 | Laatst aangepast op 5 juli 2024
Drop is toch iets typisch Nederlands? Waarom hebben ze dan Engelse drop? Waarschijnlijk omdat ze dat een leuke naam vonden (who can blame them?), of toch niet?
Dat zo typisch Nederlands snoepje drop is zo Nederlands nog niet. Maar wat we nu kennen als drop heeft een lange geschiedenis. Die we je eerst willen voorschotelen voordat we bij de hamvraag over Engelse drop komen. Je kunt natuurlijk ook gewoon door scrollen, mocht je het niet meer kunnen houden😉.
Geschiedenis drop
Zoethoutwortel van de plant Glycyrrhiza glabra is nu het belangrijkste bestandsdeel van drop. Deze wortel heeft een slijmoplossende werking, waardoor het al ver voor de jaartelling werd gebruikt. Doordat zoethoutwortel medicijnen echter zwart kleurt moeten ze er in de middeleeuwen niets meer van hebben. Want zwarte medicijnen zullen van de duivel zijn, was de gedachte. Gelukkig wint de helende werking het van de angst.
Door de eeuwen heen verandert het recept en is er van alles aan toegevoegd zoals honing, zout en salmiak. Maar de zwarte kleur en het belangrijkste ingrediënt (de zoethoutwortel) blijft.
Wie de echte uitvinder van het dropje is zoals wij het nu kennen is onduidelijk. Er gaan twee verhalen rond. De eerste is van de Italiaan Giorgio Amarelli die er in 1731 in slaagt om het sap van de zoethoutwortel met een machine te verwerken tot drop. De drop (of Glycyrrhiza glabra, wat de Latijnse medicijnnaam is) kan zo makkelijk geproduceerd worden. Je kunt dit proces nog bekijken in het museum Museo Della Liquirizia in Italië.
De vraag is echter of dit wel de drop is die we nu kennen, of gewoon het oude medicijn makkelijker gefabriceerd. Daarom gaan wij graag voor het tweede verhaal, ook natuurlijk vanwege de locatie waar het plaatsvond. Want de Britse apotheker George Dunhill begint in 1760 met het maken en verkopen van drop in Pontefract, vlakbij Leeds. Dit is eerst ook als medicijn, daar is hij immers apotheker voor, maar door de toevoeging van suiker gaat het de toonbank over als lekkernij.
Een lekkernij dat nu vooral in Europa wordt gegeten. Als Nederlanders zijn wij de topverbruikers van dit zwarte goedje. Ook al kunnen ze er in Spanje en Duitsland ook wel wat van. Daarnaast is het ook een populair snoepje in de Scandinavische landen.
Ingrediënten (Engelse) drop
In drop zit (natuurlijk) het wortelsap van de zoethoutplant Glycyrrhiza glabra. Hier wordt suiker en een bindmiddel (zetmeel, gelatine of Arabische gom) aan toegevoegd. Naast deze producten moet de drop natuurlijk nog iets meer smaak krijgen. Daarom zijn dit ook nog (mogelijke) ingrediënten van drop: salmiak (ammoniumchloride), zout (natriumchloride), eucalyptus, honing, anijs en melasse (stroop van suikerriet of suikerbieten).
De ingrediënten van Engelse drop zijn net wat anders dan de andere drop in de Nederlandse schappen. Zoethout, kokos, melasse, suiker, zetmeel, cacaopoeder, gelatine, anijsgelei en fruitsmaakstoffen en (natuurlijke) kleurstoffen. Het verschilt natuurlijk per ‘dropje’, want zoals je weet zitten er in Engelse drop veel verschillende soorten snoepjes.
Is Engelse drop echt Engels?
Maar dan komen we bij de belangrijkste vraag: Hoe Brits is Engelse drop? Hier kunnen wij positief op antwoorden, het is zeker Brits! Engels om precies te zijn. In het Verenigd Koninkrijk noemen ze het echter geen Engelse drop (of English liquorice), maar Liquorice allsorts. En dit drop assortiment komt uit de Engelse stad Sheffield.
Liqurice allsorts is ontstaan bij het merk Bassett’s wat dus in Sheffield is gevestigd. Ze hebben ook nog eens een mooi (verkoop)verhaal bij het ontstaan van Engelse drop. De mix van snoepjes is eigenlijk bij toeval geboren door een verkoper van Basset. Charlie Thompson is in 1899 onderweg met zijn snoepgoed naar een groothandelaar. Charlie laat zijn assortiment zien met chips, rocks, buttons, nuggets, plugs en twists. De groothandelaar is echter niet onder de indruk en Charlie vertrekt zonder zaken te doen. Teleurgesteld pakt hij zijn spullen en wil het pand verlaten. Maar waarschijnlijk in zijn haast maakt hij een onhandige beweging waardoor hij valt. Alle dropjes en snoepjes liggen door elkaar op de toonbank. Deze kleurrijke samenkomst kan de handelsman echter wel waarderen en hij sluit een deal met Charlie Thompson. De groothandelaar doopt het gemengde snoep om tot Liquorice Allsorts.
Nu bestaat een zak Engelse drop meestal uit de vierkante kokos-drop laagjesdropje, anijsrondjes met spikkels (meestal roze en blauw), kokosrollen met drop middenin. Britblog heeft navraag gedaan naar de officiële namen van de losse snoepjes, en in een zak van Maynards Bassetts vind je:
- Button (de roze en blauwe snoepjes met anijssmaak)
- Black clover (massieve dropstaafjes)
- Rock Standard (dropstaafje met witte vulling)
- Nugget (twee laagjes kokos met een laagje drop ertussen)
- Cube (drie laagjes kokos met twee laagjes drop ertussen)
- Battenbourg (kokos en drop in dambord vorm)
- Chip (grove kokos met een hart van drop)
De naam Engelse drop komt waarschijnlijk gewoon omdat wij Nederlanders al zo veel drop hadden, dat Allerlei drop (Liquorice Allsorts) niet echt duidelijk was. En met de herkomst uit Sheffield in Engeland is Engelse drop een logische keuze.
Helaas hebben we Bertie Bassett niet mee overgenomen. Dit Engelse drop-poppetje prijkt sinds 1929 op de verpakkingen van Bassett (tegenwoordig Maynards Bassetts).
Lees hier meer over Brits eten en drinken.
Eén reactie op “Hoe Brits is Engelse drop?”
Lezer
Ik heb nog een zeer oude Engelse verpakking van Engels drop hebben jullie interesse?
Groet
Hans Delwel