Gepubliceerd op 6 juli 2024 | Laatst aangepast op 2 augustus 2024
Wanneer ik in de rij voor de incheck sta, zet ik de kilometers al over naar miles. Niet dat ik van plan ben hard door het oosten van Yorkshire te gaan crossen, maar gewoon voor de zekerheid. Wanneer we daarna het dek van P&O Ferries in de Europoort oprijden begint het vakantiegevoel pas echt. Op de planning staat een korte roadtrip van 5 dagen door East Yorkshire en het nationale park North York Moors.
We zijn uitgenodigd door Visit East Yorkshire en North York Moors (via Visit Britain) om deze twee regio’s te verkennen en gaan natuurlijk graag op dit aanbod in. Om begin juni te gaan was een bewuste keuze; de papegaaiduikers broeden dan aan de kust van East Yorkshire! En zo komt het dat we op een maandagavond de P&O veerdienst van Europoort naar Hull nemen. Aan boord hebben we een kamer met zeezicht, genieten we van het buffet en zien we de zon ondergaan boven zee.
Dag 1: Flamborough Head
De vaart verloopt soepel, waardoor we op tijd aanmeren in Hull en van boord kunnen. Ik heb het geluk bijna vooraan te staan, en dus kunnen de wielen snel contact maken met de Engelse bodem. Voor mijn auto, een Mini, moet dat toch ook een beetje voelen als thuiskomen 😉.
We gaan gelijk onderweg naar onze eerste bestemming. We rijden door het typische Engelse landschap van East Yorkshire langs plaatsen waar we later nog terug gaan komen. De trip is zo ingericht dat we een volle dag hebben aan de prachtige kust van Flamborough Head. Er is alleen geen rekening gehouden met het weer…. Deze ochtend is het gelukkig nog droog en als we al vroeg aankomen bij RSPB Bempton Cliffs is het dan ook tijd om te gaan genieten.
RSPB Bempton Cliffs
De Royal Society for the Protection of Birds (RSPB) heeft van deze kliffen al sinds 1969 een natuurreservaat gemaakt, je betaalt dan ook een paar pond (2024: £8.00 zomer en £4.00 winter) om het te betreden. Met dit geld zorgen ze ervoor dat het gebied beschermd wordt, je kunt parkeren en gebruik kunt maken van het informatie centrum (inclusief wc’s).
Dit natuurreservaat stond al heel lang op mijn wensenlijstje. Waarom? Het is het thuis van de grootste zeevogelkolonie op het Britse vasteland, inclusief papegaaiduikers! We zijn zo vroeg dat onze gids er nog niet is, en gaan dus alvast een kijkje nemen bij de kliffen. Hier weg gaan zonder een vogel gezien te hebben is onmogelijk. Duizenden vogels vliegen af en aan en zitten te broeden. Prachtig!
Jan-van-genten
We spotten de sierlijke jan-van-genten, drieteenmeeuwen, zeekoeten en alken, maar geen papegaaiduikers… Toch genieten we nu al. Ik ben geen natuurfotograaf vanwege het gebrek aan geduld, maar dat is hier niet zo nodig. Ik schiet dan ook de ene naar de andere foto. En blijf kijken of ik dan echt nergens die oranje pootjes voorbij zie komen… Wanneer we teruglopen naar het informatiecentrum voor onze gids zien we een jan-van-gent van heel dichtbij, wanneer deze gras voor zijn nestje van de bovenkant van de klif afhaalt. Tussen het gras door kan ik een foto maken. Trots loop ik verder.
Gids
In het informatiecentrum ontmoeten we Ivan. Hij vertelt ons over hoe belangrijk het behoud van deze unieke kliffen en de zeevogelkolonies is. Helaas zijn ze ook afhankelijk van de rest van de wereld. Sinds 2021 geldt er gelukkig al een effectief verbod op de zandspieringvisserij, maar dit jaar maakte de Britse regering bekend dat ze dit verder gaan uitbreiden, ook voor buitenlandse schepen. Ivan: “Er kwamen vaak Deense schepen die de zandspiering gebruikt voor dierenvoer”. Dit is echter ook het voedsel voor de zo geliefde papegaaiduiker. Daarover gesproken….het is weer tijd om terug te gaan naar de kliffen.
Papegaaiduikers
Daar blijkt dat we niet goed gekeken hebben. Bij het eerste uitzichtpunt is het gelijk raak. Ivan stelt zijn stethoscoop op en laat het ons zien. Door de stethoscoop zie ik duidelijk de bekende oranje pootjes onder de zwart/witte veren. Nu wil ik hem nog met mijn blote ogen zien, en als je eenmaal weet waar je moet kijken tussen de honderden vogels is het een eitje. Gespot!
Ivan moet toegeven, hij is best ver weg en vraagt andere vrijwilligers via de portofoon of deze vrolijke vogel ook op andere plekken is gezien. En ja hoor, ook op de andere uitkijkplatformen zijn ze gezien. En zo vertrekken we steeds van platform naar platform. De papegaaiduikers zijn de kleinste zeevogels die hier zitten, en op de foto lijken ze nog steeds ver weg. Maar ze komen steeds dichter bij, en bij het laatste platform zitten er meerdere, zo dat we niet meer weten welke we in de gaten moeten houden.
De papegaaiduiker zit in de gaten van de kliffen, en zijn daardoor wat moeilijker te zien dan de andere vogels. Ze vallen echter wel meer op door hun oranje pootjes.
Uitzichten
Ivan weet ons ook meer te vertellen over de omgeving en de vogels. Zo klommen ze vroeger langs de kliffen omlaag via touwen om eieren te stelen. En we leren ook dat de jan-van-genten met zwarte ogen de vogelgriep hebben overleefd. Nadat we afscheid hebben genomen van Ivan lopen we nog even wat verder. Hier geen uitzichtpunten meer, maar pure natuur. Wel uitkijken voor de afgrond dus. Na een tijdje keren we om, om nog naar de andere kant van het bezoekerscentrum te lopen. Tijdens deze tocht genieten we van de vogels, maar ook van de uitzichten. Want door die duizenden vogels zou je bijna vergeten te kijken naar het grote geheel. Door de vele inhammen hier heb je een goed zicht op de kliffen en de groene omgeving.
Bridlington
Ondanks dat we hebben genoten van een droge ochtend is er regen voorspeld voor de komende uren. De planning was om langs de kust te gaan lopen, maar met deze weersverwachtingen kiezen we voor Bridlington. Deze plaats ligt aan de zuidkant van krijtlandtong Flamborough Head. Ik had al van te voren een parkeerplaats opgezocht, waar ik hem dan ook netjes parkeer. Wanneer we echter op zoek gaan naar de High Street wil dat alleen niet zo lukken…oeps, we hebben hem toch per ongeluk bij het strand neergezet, niet bij het oude centrum.
Strand
Omdat we toch al betaald hebben om te parkeren lopen we hier toch maar even een rondje. Helaas is de regen inmiddels gearriveerd en zien we de stad vanonder een paraplu. Door de weersvoorspelling is het rustig in de amusementshallen en op het strand. Wanneer we weer richting de auto willen lopen begint het toch nog harder te regenen.
Boyes
Ik zie een bord van een ‘café’ en we duiken naar binnen. Het is het restaurantgedeelte van Boyes, een Engelse warenhuisketen uit deze regio. Wanneer we boven komen in het warenhuis is er een museumpje ingericht, over hoe het allemaal begon in 1881. Nadat we even hebben rondgekeken is het toch echt tijd voor een lunch. We gaan voor hun ‘famous steak pie’, natuurlijk met frietjes en erwtjes. We hebben betere op, maar slecht is die zeker niet, en voor nog 9 pond hoor je ons helemaal niet klagen.
Vanuit het restaurantgedeelte heb je een prachtig uitzicht over de stad, en ook op het feit dat het weer zo goed als droog is, tijd om de auto weer in te stappen en te gaan doen waarvoor we hier zijn gekomen.
Bridlington Old Town
We rijden een paar minuten voordat we bij de juiste parkeerplek zijn en we het oude centrum van Bridlington kunnen gaan verkennen. We lopen eerst naar het verste punt, waar we bij The Bayle uitkomen.
The Bayle Museum
Dit museumpje is gratis te bezoeken en dus stappen we naar binnen. Hier leren we meer over de geschiedenis van de stad. Het gebouw is ook al een bezienswaardigheid, in de 12e eeuw gebouwd als poortgebouw van een kasteel. In de 14e eeuw werd de Bayle Gate aangepast om het poortgebouw van de Bridlington Priory te worden. Hierna heeft het o.a. nog dienst gedaan als gevangenis, rechtbank en school. Op de bovenste (en grootste) verdieping is een grote tentoonstelling te zien. We worden op een bijzondere aanwezigheid van muizen gewezen. We springen er niet van op de stoelen, want daar zitten ze op. Net zoals op de tafels. De meubelmaker, Robert Thompson, liet namelijk in het hout zijn handtekening achter, een uit hout gesneden muisje.
The Priory Church
Iets verder ligt de kerk van Bridlington, de Priory Church valt goed op door zijn grootsheid. De priorij is rond 1113 gesticht, waarna de bouw van de kerk in 1118 begon. Deze duurde meer dan 200 jaar, maar zorgde ervoor dat dit een belangrijk centrum in de middeleeuwen was. In 1539 is de priorij, net als alle kloosters in Engeland, door Hendrik VIII ontbonden, waarna het vernietigd werd. Alleen het schip bleef over. Deze is vanaf 1846 weer hersteld tot de kerk die we nu kunnen bezoeken. Helaas hebben we niet lang, de kerk zou eigenlijk al sluiten. ‘Kijk maar rustig rond hoor, wij wachten wel,” zegt één van de twee mannen die de kerk achter zich moet sluiten. Ik ben dol op deze Engelse gastvrijheid, maar voel me toch een beetje bezwaard. Na een kort rondje lopen we dan ook weer terug naar het oude centrum.
High Street
In High Street en Market Place lopen we nog langs de oude gebouwen. Helaas zijn de winkeltjes dicht, maar op een zonnige zomermiddag moet het hier wel heel gezellig zijn. Helaas begint het weer te druppelen, het is dan ook hier één van de regenachtigste jaren sinds tijden. Er is een oude apotheek (nu kledingwinkeltje) en er zitten diverse galerijen in de oude Georgiaanse gebouwen. Omdat de weersvoorspelling weer droog weer aangeeft voor de late middag rijden we weer terug naar de kust, nu naar Flamborough Head Lighthouse.
Flamborough Head Lighthouse
Wanneer we de auto geparkeerd hebben bij de vuurtoren, zien we weer de grillige kliffen van de kust. We lopen langs de vuurtoren en verder langs de kust. Er is hier een makkelijke wandelroute, maar gezien de tijd lopen we er maar een klein stukje van. Dit gebied staat bekend voor zijn natuur en dieren. Deze keer geen vogels, al zitten deze er ook, maar zeehonden. Het duurt dan ook niet lang voordat we de eerste hebben gespot. Wanneer het laag water is liggen ze hier vaak op de stranden, nu genieten ze van het water. Ze dobberen gezellig voor de kust, in grote getalen.
The Drinking Dinosaur
Als we naar de andere kant van de uitstekende klif lopen zien we nog meer zeehonden…en een drinkende dinosaurus! Geen echte natuurlijk, maar een rots met deze bijnaam. Wanneer we een stukje verder lopen is duidelijk te zien waarom. Met de zon erop, de zeehonden in de baai is dit echt een perfect plaatje! Alhoewel de zon het maar enkele minuten volhoudt waarderen we zijn komst. De wind maakt de wandeling frisjes voor een juni.
Flamborough Outer Headlands Nature Reserve
Wanneer ik de kliffen van Flamborough Outer Headlands Nature Reserve nog van onder wil zien begint het weer te druppelen. Ik klim toch de trappen af, nu ik er toch ben. Onderaan de trap zie ik een klein watervalletje, dankjewel regen. Ik voel me heel klein bij die gigantische rotspartijen.
Een mooie afsluiting van deze dag op Flamborough Head en tijd om naar ons hotel te gaan.
Wolds Village
Hiervoor rijden we naar het midden van het graafschap, naar Wolds Village . Dit uitgebreide complex ligt vlak bij een rotonde in the middle of nowhere. Oké dat is wat overdreven, het ligt vlakbij Driffield, maar het voelt heel rustig en afgelegen hier. We worden hartelijk ontvangen door eigenaar Chris, die de boel nu met zijn vrouw Sally runt. We hebben een prachtige Georgiaanse kamer en krijgen een formulier mee voor het avondeten. Bij het guesthouse zit namelijk een restaurant wat speciaal voor de gasten open gaat. Wij geven onze voorkeur door en settelen ons even in de kamer.
Wanneer we naar het restaurant lopen (wat overdag trouwens een tearoom is), zien we allemaal grappige taferelen. Het is ons al lang duidelijk, dit is niet zomaar een guesthouse, het is een belevenis. Bij het complex is ook een winkel met souvenirs en een art gallery gevestigd. In het restaurant hangen dan ook prachtige schilderijen. Voordat het eten voor mijn neus staat, word ik al gelijk verliefd op het schilderij van de Schotse Hooglander, wat helaas te groot is voor mijn auto…
Thornwick Bay
Na het eten ploffen we bijna uit elkaar. Het was veel, maar veel te lekker om te laten staan… Toch gaan we niet uitbuiken, we springen de auto in want het weer is helemaal opgeklaard. We maken ons dus op voor een mooie zonsondergang. En dat kan dan toch niet beter dan aan de kust? We gaan richting Thornwick Bay. Hier staat een tearoom, wat nu natuurlijk gesloten is. We zijn al aan de late kant, waardoor een uitgebreide wandeling er niet meer in zit. Toch genieten we van de rode knoeperd aan de heldere hemel.
Dag 2: Sledmere & Beverley
De dag starten we rustig, onze eerste stop is pas om 10 uur open en slechts een kwartier rijden. Toch vertrekken we op tijd, we zijn toch al op. Na het ontbijt vertrekken we naar Sledmere. Daar aangekomen is het huis wat we willen bezoeken nog dicht, dus kijken we rustig rond. Er staat een Eleanor Cross, een 18 meter hoog monument gebouwd in 1898 in opdracht van Sir Tatton Sykes, 5e Baronet. Ook is er een Wagoners’ Memorial, voor de mannen van Sledmere die in de Eerste Wereldoorlog met paard en wagen naar de Franse frontlinie gingen om de soldaten te bevoorraden. Daarnaast maken we ook nog een bezoekje aan Parish Church of Saint Mary, een kerkje grenzend aan het landgoed dat we hierna gaan bezoeken.
Sledmere House
Iets na tienen parkeren we de auto bij Sledmere House . Helaas blijkt de eerste rondleiding door het huis pas om half 12 te zijn. Wij moeten echter om 12 uur alweer weg en kunnen daarom deze niet helemaal meepakken. Er wordt een uitzondering gemaakt, waardoor we gedeeltelijk met deze rondleiding mee mogen. Voor deze tijd hoeven we ons echter niet te vervelen, het huis heeft een enorm landgoed met daarop een zeldzame dieren boerderij, expositieruimtes, een hertenkamp en ommuurde tuinen. We beginnen bij de boerderij.
Rare Breed Conservation Farm Park
Ze fokken hier boerderijbeesten die zeldzaam zijn geworden. We worden hartelijk welkom geheten door twee enthousiaste veulens, ze behoren tot de twee volwassen Shire paarden. Ook de Golden Guernsey geiten zijn enthousiast en laten zich graag van de beste kant zien. De Oxford Black varkens zijn echter wat meer verlegen en vluchten snel hun hokken in. Als schaapliefhebber mis ik de Leicester Longwool, ook de gids die ik later spreek weet niet waar deze dan nu te vinden moeten zijn. Waarschijnlijk hebben ze zich goed verstopt voor de fotosessie die ze anders hadden moeten ondergaan…
Gardens
Tijd voor de ommuurde tuinen. We lopen richting de rode deuren om deze te betreden. De zon is vandaag gelukkig aanwezig, wat de tuinen extra vrolijk maakt. We zien felgekleurde bloemen, volle bomen, het lijkt wel echt zomer. Het is er echt heerlijk. Echter komt er toch een donkere wolk aan, waardoor we weer terugkeren richting het entreecomplex. We zijn hier net op tijd voordat het los barst. Tijd om de kleine exposities te bekijken over de Wagoners’ Special Reserve, waarvoor ook het eerdergenoemde monument was. We kijken ook nog even in het winkeltje met lokale producten, en kopen wat lekkers, voordat de tour gaat beginnen.
Het huis
Sledmere House wordt nog steeds bewoond door de familie Sykes. Het is een prachtig landhuis, wat ooit is opgebouwd uit geld verdiend door wol. Op 17 juni 1751 werd de eerste steen gelegd, waarna het eind 18e eeuw nog vergroot werd. Het huis brandde echter af in 1911, maar is daarna weer volledig in oude staat hersteld. Onze gids vertelt dat de eigenaar tijdens de evacuatie zou hebben gezegd ‘I don’t leave, I haven’t finished my pudding yet’. Gelukkig haalde de gehele Sledmere gemeenschap alle waardevolle spullen uit het huis, waardoor deze later terug geplaatst konden worden en wij ze nu dus nog kunnen zien.
Prachtige kamers
We bezoeken verschillende kamers, ieder met een eigen verhaal. De tijd vliegt als we ons realiseren dat het bijna twaalf uur is. De hulpgids brengt ons weer naar buiten, maar niet voordat ze ons alle hoogtepunten van het huis heeft laten zien. We zien de vrouwenkamer, bibliotheek en Turkse kamer. We snappen dat dit de hoogtepunten zijn, in iedere kamer willen we blijven. Helaas hebben we daar niet de tijd voor. Buiten krijgen we nog een glimp te zien van de kapel, die nog steeds wordt gebruikt door de familie Sykes. Wij zijn nog steeds nieuwsgierig naar alle verhalen die de gids vertelt tijdens de tour, en natuurlijk ook naar de andere kamers. Sledmere House blijft dus op ons lijstje staan om nog eens te bezoeken.
Beverly Minster
De reden van ons vroegtijdige vertrek is een tour in de Beverly Minster die om één uur begint. Doordat ik maar foto’s kon blijven maken moeten we ons haasten. We rijden op een redelijk tempo door het glooiende landschap (alles op een veilige manier natuurlijk). We zijn precies op tijd bij de kerk. Echter staat de auto verkeerd geparkeerd (maximaal 1 uur zone). Ik ren terug naar de auto, waarna ik hem op het parkeerterrein van de kerk kan zetten. Ik wil natuurlijk geen boete riskeren. Eenmaal geparkeerd, stap ik de gigantische kerk weer in. De gids is rustig, ‘niet haasten, we hebben alle tijd’. Toch weer die Engelse beleefdheid. Wanneer de groep compleet is kunnen we van start.
Er is een andere gids geregeld voor mijn vader, die met me mee is op deze reis. Ik ga namelijk het dak in, wat met zijn slechte longen geen goed idee is. Hij blijft dus veilig op de begane grond.
Saint John
Met een klein clubje vertrekken we naar het midden van de kerk, waar we uitleg krijgen waarom er zo’n grote kerk in zo’n klein stadje als Beverley staat. Saint John, bisschop van York, stichtte hier rond 700 een klooster. Zijn overblijfselen rusten nog steeds onder het schip, alhoewel de kerk pas in 1190 is gebouwd. Doordat Saint John wonderbaarlijke genezingen kon verrichten is de kerk sindsdien een pelgrimslocatie.
Op een tweede locatie in de kerk laat de gids zien dat de kerk bijna als een kaartenhuis in elkaar was gestort. Een van de muren is begin 18e eeuw namelijk weggezakt. Gelukkig is het op tijd op een slimme manier gerepareerd. De arken in het plafond zijn hier echter wel van hout in plaats van steen, maar dat ziet niemand.
Roof Tour
Dan is het tijd om naar een klein deurtje aan de zuidkant van de kerk te gaan. Hier is een knusse wenteltrap die ons via 113 treden naar de zolder van de Beverly Minster brengt. Ik heb al vele kerken bezocht, ook regelmatig omhoog geklommen via kleine trappetjes, maar op een kerkzolder ben ik nog nooit geweest. Het is dan ook een unieke tour. Onze gids vertelt meer over hoe zo’n dak nu eigenlijk wordt gebouwd. Al is deze wel uniek omdat in deze kerk veel gebruik is gemaakt van bakstenen (door Vlaamse invloeden).
Ook de kerkklokken zijn uniek. Elk kwartier hoor je een ander deuntje, en de uursklok zit in een andere toren dan de kleinere klokken die het kwartier aangeven. Helaas is er groot onderhoud aan de klokken geweest en slaat de uursklok nog niet.
Kijkje van boven
In het midden van de kerk staat er op zolder een groot rad, waarmee ze normaal gesproken attributen naar boven kunnen takelen. Vanwege veiligheidsredenen mag deze echter niet meer gebruikt worden. Hierdoor wordt er een elektrische takel in gang gezet om een stukje uit het plafond omhoog te takelen. Nu kunnen we zo in het schip van de kerk kijken. Zo hebben we prachtig zicht op het orgel. En ik spot ook mijn vader die rustig zit te genieten van een koffie.
Kerstman
Een grappig feitje is dat deze kerk vaak wordt gebruikt als ‘Westminster Abbey’ in films en series. Omdat de Beverley Minster echter geen kathedraal is, hebben ze op zolder een nep bisschopszetel staan. Ook is er een kerstman en een wielrenner te vinden, die op het juiste moment het dak op mogen. Interessant is het uitzicht vanuit de ramen aan de noord en zuidzijde van de kerk. Je kunt vanaf hier de Humber Bridge zien, maar ook het centrum van Beverley. Aan de noordkant zie je ook RAF East Moor, een reden om vliegtuigjes in het raam te graferen.
De kerk
Nadat we weer de wenteltrap zijn afgedaald, ons hebben afgevinkt bij het aanwezigheidsbord, ga ik de begane grond verder verkennen. Mijn vader kan me nog meer boeiende informatie over deze kerk vertellen. Zo hebben ze een van de ramen donkerder gemaakt, zodat het monument ter nagedachtenis van de slachtoffers van WO1 niet te veel in de felle zon zou staan. Ook spotten we nog wat muisjes op de stoelen, stoelen dus van Robert Thompson Ltd..
Beverley
Na het bezoek aan de Minster is er nog tijd om de stad in te gaan. Beverley is niet groot, en dat merk je gelijk als je het knusse centrum in loopt. Er zijn wel wat winkels van grote ketens, maar vooral lokale bedrijfjes. Omdat we snel in de auto wat hebben gegeten kiezen we ervoor om een scone te nuttigen bij de M&S. Waarna we verder door het centrum lopen. Hier zien we nog veel oude gebouwen, waaronder een toegangspoort, de North Bar. Ook zien we de bekende witte telefooncellen…wit zeg je? Ja wit, want in Hull en omgeving heeft een andere telecommaatschappij het voor het zeggen gehad dan in de rest van het VK. Daarom zijn de telefooncellen hier niet rood maar wit.
St Mary’s Church
Ook in het centrum staat een flinke kerk. De St Mary’s Church had ik al vanuit het raam van de Minster gespot. Nu is het tijd om ook binnen een kijkje te gaan nemen. Bij binnenkomst krijgen we een A4tje met alle highlights van de kerk. En zo zien we de muzikanten, het konijn (wat een inspiratiebron zou zijn voor Alice in Wonderland) en het prachtige plafond. Beverley kan trots zijn op twee van die prachtige kerken.
Wolds Village Art gallery
Na een drankje is het weer tijd om richting onze accommodatie te vetrekken. Hier mogen we weer een heerlijke maaltijd verwachten, maar ook een kijkje in de Art Gallery. Ondanks dat hij ’s avonds eigenlijk gesloten is, opent Chris speciaal voor ons even de deuren. Hier zie ik mijn Schotse Hooglander in een kleinere versie. Die past prima in mijn auto! We regelen dan ook dat we hem op de terugweg (wanneer we hier toch langs moeten rijden) mogen oppikken. Mijn vader verrast me door te zeggen dat het een (nogal vroeg) verjaardagscadeau wordt. Lucky me!
Woodland walk
Na het eten strekken we onze benen nog even achter het guest house, waar een woodland walk is aangelegd. Met plattegrond gaan we op pad langs een krokodil, wolds henge en door de groene tunnel. Na deze speurtocht, die beloond wordt met een ware schat, is het tijd om uit te rusten. Morgen staat er een druk programma op de planning.
Dag 3: van Oost naar Noord-Yorkshire
Vandaag vertrekken we van het grondgebied van East Yorkshire naar North York Moors, nog steeds in het oosten van Yorkshire, maar wel in North Yorkshire. We nemen na een heerlijk ontbijtje dan ook afscheid van Chris en Sally van Wolds Village, waarna we op tijd vertrekken naar ons eerste stop op ons drukke programma voor vandaag. We rijden door het prachtige Yorkshire Wolds, met afdalingen en beklimmingen van rond de 20% op single track wegen.
Robert Fuller Art Gallery
Onderweg zien we een roofvogel vliegen (sorry voor het gebrek aan kennis hier). Het is dan ook niet zo gek dat Robert E Fuller hier zijn galerij en atelier heeft laten bouwen. Robert Fuller is namelijk dol op de natuur. Hij schildert zeer gedetailleerde kunstwerken van dieren. Ik had zijn werk natuurlijk al online bekeken voor mijn bezoek vandaag, en het lijken net foto’s.
We worden hartelijk ontvangen in de galerij in Thixendale. Een kopje koffie of thee is het standaard welkom hier. We zien op een beeldscherm gelijk bekende beelden voor ons. Er wordt een video getoond van Robert E Fuller op de Bempton Cliffs. We worden omringd door de vele schilderijen die de kunstenaar heeft gemaakt. Van zijn schilderingen zijn er ook andere producten zoals bekers, petjes en placemats gemaakt. Genoeg keus dus.
Wij hebben de eer om ook een kijkje achter de schermen te nemen, waar we onder andere in zijn atelier mogen komen. Het geluk is aan onze zijde als Robert Fuller zelf ook in de buurt is en even langs komt. Vriendelijk vertelt hij en zijn team hoe ze werken, en dat ze niet alleen de natuur op canvas zetten, maar ook bestuderen en helpen. De passie spat van Robert Fuller af.
Thixendale
Alhoewel Robert Fuller Art Gallery in Thixendale ligt, ligt het niet in het ‘centrum’ van dit kleine dorp. We pakken dan ook weer de auto, om binnen een paar minuten hem weer te parkeren tegenover de kerk. Hier nemen we gelijk een kijkje. Tot onze verbazing is er een knop voor een audiotour inclusief bijpassende lichtshow. Het is geen grote kerk, maar het heeft een prachtig plafond.
In Thixendale is niet veel te doen, en zo vroeg op de een doordeweekse dag zien we niet veel meer leven dan de postbezorger. Zelfs de pub is nog dicht. Thixendale ligt echter op een langeafstandswandelroute, de Wolds Way.
Wolds Way
We klimmen de heuvelrug op aan het einde van het dorp. Wanneer we de hekken doorlopen en bijna bovenaan zijn worden we begroet door een aantal schapen. Aan de andere kant van het dorp zien we een vallei waar nog veel meer van hun soortgenootjes zijn te zien. In de verte op de heuvel zien we ook koeien. Schotse hooglanders verduidelijkt de verrekijker.
Wanneer we doorlopen hebben we een weids uitzicht over meerdere heuvels. Het prachtige glooiende uitzicht waar de streek bekend om is. Heerlijk om hier te wandelen. Door het gebrek aan tijd maken we de korte kennismakingsronde met de Wolds Way niet af en keren we dezelfde weg terug. We rijden hierna nog wel over, langs en tussen de langgerekte glooiende heuvelruggen, waar ‘wolds’ naar verwijst.
Kustroute
We hebben een ‘langere’ autoroute voor de boeg. In ruim een uur mogen we ons van de heuvels naar de kust verplaatsen. We hebben de keuze uit meerdere routes naar Robin Hood’s Bay, maar we kiezen voor de route langs Scarborough. Zo belanden we van rustige smalle (en vaak steile) weggetjes, door Sledmere, op een meer doorgaande weg (A171) vlakbij de kust. We zien de zee al op onze navigatie, na Scarborough rijden we er langs noordwaarts. Pas net voordat we moeten afslaan richting Robin Hood’s Bay zien we een glimp van de zee. Tussen de heide en velden van de North York Moors is het schitterend, een mooi voorproefje op wat ons de rest van de trip staat te wachten.
Robin Hood’s Bay
Onze eerste stop in North York Moors is echter geen natuur, maar één van de vele kustplaatsjes die in dit nationale park liggen. In Robin Hood’s Bay is alleen lokaal verkeer toegestaan, maar je wil er ook echt niet in met je auto. In de smalle en zeer steile straatjes is geen plek om elkaar te ontwijken of te draaien. Parkeren doen we dan ook bovenaan het dorp waar twee parkeerterreinen zijn.
Bij de viszaak bovenaan is het druk, je hebt hier dan ook een fantastisch uitzicht over het dorp en de zee. We dalen in de kronkelende straatjes naar beneden. Ieder hoekje is uniek, ieder steegje biedt weer iets nieuws. Dan zijn het schattige huisjes met kleurrijke deuren en bloemen, dan zie je weer de zee, dan de natuurlijke omgeving. Geen een keer valt het tegen. Onderaan komen we bij de haven uit. Het is hoog water, dus er is geen strand.
Gelukkig wel wat lunchmogelijkheden. We kiezen voor Tea Toast and Post, dat in het oude postkantoor is gevestigd. Hier genieten we van een (driehoekige!?) scone met clotted cream en jam, terwijl de zon in ons gezicht schijnt. Kan het nog beter worden?
We dwalen nog even door de straatjes van Robin Hood’s Bay voordat we ons weer naar boven werken. We stappen namelijk weer de auto in naar een grotere kustplaats.
Whitby Abbey
De eerste plek die we bezoeken in Whitby is de wereldberoemde abdij. Whitby Abbey ligt op de westklif bij het dorp, wat zorgt voor een iconisch beeld. Het verhaal van Dracula van Bram Stoker waarin de abdij, en de 199-treden tellende trap die ernaartoe leidt, in voorkomt, maakt het plaatje compleet.
Het eerste klooster zou hier al in 657 zijn gebouwd, waarmee Whitby een belangrijke religieuze plek werd in de Angelsaksische wereld. Het klooster werd verlaten na Deense invallen in de 9e eeuw, maar de benedictijner monnik Reinfrid vestigde in 1078 een nieuwe gemeenschap op deze locatie. Jammer genoeg heeft ook hier het noodlot wat Henry VIII heet toegeslagen. Door zijn opheffing van de kloosters in 1539 bleef er van de abdij niet meer dan deze ruïne over.
Met een audioguide gaan we het terrein over, en leren zo meer over hoe het leven hier was in de tijd dat de abdij nog up-and-running was. Daarnaast kijken we ook af en toe buiten de abdijpoorten, want het uitzicht is hier adembenemend. Na de ruïne bezoeken we ook het bijgelegen museum, gevestigd in een 17e-eeuws huis. Het gebouw zijn ze nu helemaal aan het restaureren. Ik ben benieuwd hoe het er uit te steigers eruit gaat zien.
199 steps
Na een bezoek aan Whitby Abbey willen we nog even een kijkje nemen bij het kerkje wat (nu in de steigers) nabij de oude abdij staat. Helaas is deze gesloten en kunnen we hier alleen nog maar genieten van het uitzicht, wat fazanten en de trap naar de haven. De 199 treden tellende trap is beroemd, vanwege Dracula, maar inmiddels ook vanwege de vele Instagram-plaatjes die hier worden gemaakt. Wanneer we bovenaanstaan is er een hele fotoshoot bezig voor de perfecte Instagram foto. Na een paar minuten ga ik er toch maar voor staan om mijn foto te maken…
Whitby
Het is einde middag als we afdalen naar het centrum van de stad. We lopen er door de smalle straatjes, waar de meeste winkeltjes jammer genoeg inmiddels zijn gesloten. Wanneer we de Esk willen oversteken hebben we de pech dat we moeten wachten, maar het geluk om de oude draaibrug in werking te zien. Dit gebeurt handmatig, al meer dan 100 jaar!
Wanneer we de Whitby Swing Bridge zijn overgestoken lopen we langs de Esk richting de zee, door steegjes weer terug, omhoog naar de oude walvisbotten. Nog zo’n beroemde Instagram-locatie. Al stonden deze botten er al lang voordat er überhaupt internet was. In 1853 zijn deze er neergezet. In de 18e en 19e eeuw werd er nog veel op walvissen gejaagd voor de walvisolie. Vele zeemannen kwamen niet terug, die wel terugkwamen wilden dit graag laten zien. Zo doende kwam dit souvenirtje in de havenstad terecht.
De haven
We dalen weer af richting de haven, hier is het nu vooral druk met motorrijders, maar zal het in de ochtend een levendig visserstafereel zijn. De netten liggen al klaar voor de volgende dag. Wij hebben inmiddels wel zin in een visje. Helaas is het bij het beroemde Magpie restaurant aanschuiven in de rij, en zijn wij te hongerig om nog veel langer te wachten. We kiezen een pub in de haven voor onze fish & chips.
Na nog een rondje in het dichte centrum gaat de zon onder en komen er weer donkere wolken aan. Tijd om richting ons hotel te gaan.
The Stables
Het begint lichtjes te regenen als we naar een plekje net buiten de stad rijden, daar staat The Stables . Wat de naam al doet vermoeden waren dit vroeger paardenstallen, nu is het een pub, restaurant en hotel. Wij slapen in een nieuw, aangebouwd, gedeelte. We keren terug nadat we onze spulletjes op de kamer hebben gezet. Want de pub zag er wel erg aanlokkelijk uit. Tijd voor een drankje en het uitzicht waar het komen en gaan is van zwaluwen.
Dag 4: North York Moors
Vandaag gaan we afscheid nemen van de kust, maar natuurlijk niet voordat we nog een kustplaatsje bezoeken. We nemen afscheid van The Stables met zijn mooie uitzicht en vogels (inclusief pauw!). Met de zee aan onze rechterhand en de moors aan de linkerhand rijden we richting Staithes.
Staithes
Het is nog vroeg als we er aankomen, het is dan ook nog lekker rustig. Staithes is sowieso minder toeristisch dan Robin Hood’s Bay, maar kent dezelfde kronkelende straatjes. Het dorpje wordt in tweeën gesplitst door de Staithes Beck, een riviertje wat hier in zee stroomt. In de haven zien we vissers hun boot gereed maken en kinderen zijn op zoek naar fossielen op het strand.
We genieten van het zicht op de Staithes Sandstone Formation, een grote rotspartij aan de zijkant van het dorp. Hier zitten nog een hoop fossielen in verstopt, en dus een hoop geschiedenis. Wanneer we weer omhoog kronkelen naar de auto begint de zon door te breken. Dat had het net ietsje eerder mogen doen….maar toch is die van harte welkom.
North York Moors
We pakken de auto weer en gaan landinwaarts, de North York Moors echt verkennen. Het is al sinds 1952 een National Park. We zijn al een dag in het park, want ook de kustplaatsen vallen hieronder, maar toch voelt het een beetje als valsspelen. De naam van het park dankt het aan de grote oppervlaktes met heide (moors). Onderweg langs de kust hebben we al iets gezien, maar nu kunnen we er echt niet meer om heen.
We rijden door de heuvels en heidevelden, af en toe stoppen we om van het uitzicht te genieten. De schattige dorpjes maken het lastig om niet overal te stoppen. De deur van de auto waait alleen wel bijna dicht als we wel uit willen stappen. Het is fris voor een juni, maar het weer is sowieso raar. Heel af en toe zien we al een ministukje heide in bloei, veel te vroeg natuurlijk. Ik kan alleen maar dromen van hoe het er hier in augustus/september eruit ziet…
High Bridestones
De steile hellingen zorgen voor prachtige en veranderende uitzichten. Dan zien we op een van de velden opeens een aantal stenen. Het blijkt High Bridestones, twee groepen staande stenen uit de Bronstijdperk. Het is een mogelijk overblijfsel van twee vierpotige steencirkels, een type monument dat vaker voorkomt in Schotland maar ook in Engeland te vinden is. De staande steen is wel twee meter hoog. Best indrukwekkend.
Goathland station
We zijn zo onder de indruk van de omgeving dat we bij de volgende stop opeens beseffen dat er iets speciaals gebeurt op bepaalde tijdstippen. En dat is slechts enkele minuten nadat we de auto hebben geparkeerd in Goathland. We haasten ons dan ook naar het treinstation van dit kleine plaatsje. Niet om verder te reizen, maar om de stoomtrein van North Yorkshire Moors Railway op dit historische stationnetje aan te zien komen. We zien hem echter in de verte al aankomen als we er naartoe lopen, en missen het mooie moment. Maar ook als de trein er al staat ziet het er prachtig uit. Het zou zo een film in kunnen….oh wacht, daarom is het hier zo ‘druk’ met toeristen. Het station was te zien als het station van Zweinsveld in de Harry Potter films.
Wanneer de trein weer vertrekt, keert de rust weer terug op het stationnetje…
Goathland
Na ons bezoek aan de stoomtrein gaan we het dorpje verkennen. Er zijn wat (toeristische winkeltjes), schattige huisjes en schapen! De beestjes lopen hier vrij rond, waardoor dit gehele dorp zo in een tv-serie zou kunnen….oh wacht, van 1992 tot 2009 was dit de filmlocatie van het fictieve Aidensfield in politieserie Heartbeat.
Het is inmiddels al lunchtijd, dus we strijken neer in één van de restaurants waar we een wrap bestellen. Ik besluit tussendoor nog snel terug te gaan naar het station wanneer de volgende trein aankomt. Ik heb geluk, er komt op dit tijdstip van beide kanten een trein aan. Nadat ze beide weer Goathland hebben verlaten keer ik terug naar mijn wrap. Gelukkig nog warm genoeg.
Schapen
We rijden weer verder door North York Moors National Park. Tijdens mijn reizen door het VK ben ik dol geworden op schapen. Ik kan hier dan ook mijn lol op. In het park lopen duizenden schapen los rond. Het is dan wel voorzichtig rijden, maar dat heb ik er graag voor over. Het voordeel van deze periode van het jaar is dan weer dat er ook veel lammetjes rondlopen. Super schattig!
In de verte zien we een raar gebouw, het lijkt wel een soort zandkasteel. Dichterbij blijkt het het Royal Air Force East Moor te zijn, een vliegveld en satellietstation. Het verbaast ons ook hoe vaak de bus hier voorbij komt, ook een prima manier om deze regio te verkennen dus.
St Mary’s Church
Onze route brengt ons naar het dorpje Lastingham, niet geheel toevallig natuurlijk. Zoals in alle dorpen staat hier een kerk. De St Mary’s Church is echter uniek door haar crypte die is gebouwd in 1078. De eerste kerk is hier gesticht in 654 door Sint Cedd. De Vikingen vernietigen echter het gebouw in de 9e eeuw.
In de 11e eeuw komt er een herbouw door de Noormannen, een abdijkerk is het idee. De crypte wordt als eerste gebouwd als een heiligdom voor St Cedd boven de plek waar hij begraven zou zijn. In 1088 vertrekken de monniken echter om nu onduidelijke redenen naar York, waardoor de kerk niet afgebouwd wordt. In 1228 bouwt men de huidige kerk af, met de oude crypte eronder. In de crypte zien we nog de oude stenen van de kerk uit de 7e eeuw, maar ook van daarna uit de 10e eeuw met een Vikingontwerp er op.
Lastingham
Na een bezoek aan de kerk zien we nog een mooie bezienswaardigheid in Lastingham, de pub tegenover de kerk. Het is er rustig, maar als we binnenkomen worden we getrakteerd op alles wat een pub een pub maakt. We genieten er van een drankje, de openhaard, de bekers die aan het plafond hangen en het gesprek van de barman met wat andere toeristen.
Bank Top Kilns
Tussen de schapen door, zetten we onze tocht over de moors verder. Op een van de hogere punten in het landschap parkeren we de auto. We worden bijna de auto weer ingewaaid als we naar buiten stappen, maar zo makkelijk laten we ons niet tegenhouden. De wind is blijkbaar niet echt gaan liggen, en op de hogere stukken heeft deze nog meer vat op ons.
Naast het prachtige uitzicht en de schapen zien we hier nog iets opvallends. Mensen hebben duidelijk hun sporen nagelaten in dit landschap. Deze buurt is namelijk niet alleen rijk aan heide, maar ook aan ijzersteen. Halverwege de 19e eeuw zorgde dat voor een grootse industrie, dat met de industrialisatie steeds verder groeide. Er kwam een spoorlijn naar Battersby, ovens die de ijzersteen terplekke verwerkten en andere gebouwen. Tegen 1930 was de industrie verdwenen.
De resten zijn hier nog te zien. De schapen poseren gewillig voor de resten van de acht ovens die hier ooit stonden. Dat zij niet wegwaaien trouwens?
Rosedale Abbey
Het dorpje Rosedale Abbey ligt aan de voet van de heuvel vanwaar we weer afdalen. Een paar sportievelingen zijn deze net opgeklommen met hun wielrenfiets….respect!
In het dorpje stond ooit een abdij, waar nu alleen nog maar een pilaar van te zien is. Helaas sluit ook het enige winkeltje er net zijn deuren en is het dorpje nu echt uitgestorven. Na een korte wandeling keren we dan ook weer snel terug naar de auto.
De kruizen van North York Moors
Wanneer we weer verder over de heidevelden rijden zien we verschillende kruizen. Vaak is de reden van plaatsing onbekend. Was het religieus, als herkenningspunt of had het wellicht nog een andere reden? We stoppen even bij Young Ralph, deze prijkt in het logo van het park en kunnen we dan ook niet overslaan. Pas later leer ik dat er ook een Old Ralph vlakbij is… ach voor de volgende keer.
Lion Inn
Nu rijden we naar onze overnachtingsplek,Helmsley. We stoppen echter eerst bij The Lion Inn . Natuurlijk voor een drankje, maar ook voor het uitzicht. De pub staat eenzaam, met slechts een huis tegenover het café, op de top van het nationale park (op zo’n 400 meter hoogte). Slechts omringd door wat schapen en indrukwekkende uitzichten. Ook het interieur van de 16e eeuwse pub is de moeite van een bezoekje waard. Genoeg smoesjes dus om hier naartoe te gaan.
Buiten waait het zo hard dat een kievit maar blijft proberen om er tegenin te vliegen. Hij tjilpt steeds dat ik hem niet mag uitlachen. Wat ik ook zeker niet doe, ik heb het met hem te doen. Na een tijdje krijgt hij een medevlieger. Met zijn tweeën stijgen ze regelmatig op, proberen ze verder te komen, maar vaker eindigen ze juist weer een stukje met de wind mee in het gras.
Blakey Ridge
Helaas brengt de wind ook wat donkere wolken mee als we over de Blakey Ridge onze route naar Helmsley voortzetten. De enkele regendruppels op de vooruit van mijn auto kunnen echter niet verbergen hoe mooi het hier is. Vooral als we de daling inzetten kijken we uit over de weg die nog voor ons ligt en die omgeving! Ik durf wel met zekerheid te zeggen dat dit een van de mooiste wegen is waar ik ooit gereden heb. Hoe jammer is het dan ook dat ik hier niet kan vliegen met mijn drone om dit vast te leggen. Die drone zou het niet zo goed volhouden als de kievieten, en zo naar de andere kant van de moors waaien.
Hutton-le-Hole
Wanneer we de indrukwekkende Blakey Ridge zijn afgedaald komen we door Hutton-le-Hole. Wat een schattig dorpje! Ik trap op de rem om de auto snel te parkeren. Het Ryedale Folk Museum , wat hier gevestigd is, is dan wel dicht, maar het plaatsje opzich is al museumwaardig. De Hutton Beck stroomt kronkelend langs het oude schoolgebouw, door het parkje en langs de goudgele huisjes. We zouden deze locatie zo maar kunnen opgeven voor een ‘Droomhuis op het platteland’.
We moeten lachen als we op het bezienswaardighedenbordje zien, omdat de rode telefooncel zelfs wordt vermeld. Voor minder dan 10 bezienswaardigheden wilden ze het waarschijnlijk niet doen… Na een korte wandeling, het dorp is immers maar klein, stappen we weer in.
Helmsley
Op de route die we vandaag hebben gereden zijn we vooral door kleine schattige dorpjes gereden, het valt dan ook gelijk op als we Helmsley binnen rijden. Er staan ook wat modernere woningen, en sowieso meer dan een paar straten. Helmsley is een van de grotere plaatsen in de North York Moors, en onze laatste overnachtingslocatie van deze reis.
Buiten is het weer inmiddels grijs, gelukkig hoeven we niet ver. Nadat we zijn ingecheckt bij The Black Swan Hotel , rusten we even uit in onze (grote) kamer en kunnen we in het hotel ook eten. Ik kies voor de ‘pie of the day’, wat een heerlijke kippenpasteitje is. Hier kan ik de avond wel op door! Al is de sticky toffee pudding te verleidelijk. Ik krijg er geen spijt van, jammie….
De avond doen we het rustig aan en kiezen we voor een drankje in de bar.
Dag 5: Afscheid van het oosten van Yorkshire
Vandaag is alweer de laatste dag. We kunnen het rustig aan doen, we zijn immers al op onze eerste bestemming. Helmsley heeft een gezellig centrum met leuke winkeltjes met lokale producten. Helaas heeft de regen het dorp ook weer gevonden. We gaan na een klein rondje dan ook snel schuilen in de kerk, waar we geen spijt van krijgen…
Church of All Saints
De kerk van alle heiligen heeft een fundering uit de 12e eeuw, maar dat is niet wat hem speciaal maakt. Van buiten is het namelijk een gewone kerk, maar binnen is hij prachtig beschilderd. Een van de muurschilderingen in de Church of All Saints is Sint Oswald en een ridder die een draak verslaat met heidense goden erop. Ook staat op een van de muren bomen met de schilden van de bisdommen van de parochies uit de omgeving. De muurschilderingen zijn aangebracht bij een renovatie in Victoriaanse tijden.
Helmsley Castle
We lopen na ons bezoek verder door het marktstadje, waar de zon langzaam begint door te breken. We worden getrakteerd op schattige huisjes en gezellige straatjes. Soms zien we het kasteel van Helmsley boven de boomtoppen uitsteken. We besluiten het kasteel alleen vanaf de weg te bezichtigen, we willen vandaag immers nog veel meer gaan bekijken. Er is niet veel meer over van het ooit immense kasteel, er staan slechts nog een paar torens overeind. De indrukwekkende ingang en wallen zijn echter nog wel duidelijk te zien.
Helmsley
We lopen langs Borough Beck weer terug richting ons hotel. Ondertussen maken we een hoop foto’s, want ieder hoekje heeft weer iets anders moois te brengen. Het is maar goed dat we niet meer met rolletjes werken…
We stappen weer in de auto, maar niet voor lang, want de volgende stop is slechts 10 minuten rijden. Er is ook een wandelroute (4km) vanuit Helmsley naar Rievaulx voor als je iets meer tijd hebt. De route gaat eerst over een doorgaande weg, waarna we linksaf slaan. We komen over een sterk dalende single track weg in het dorpje met slechts tientallen huizen, maar wel een enorme ruïne.
Rievaulx Abbey
Twaalf monniken uit de Abdij van Clairvaux in Frankrijk stichtten in 1132 Rievaulx Abbey . Het is de eerste cisterciënzerabdij in het noorden van Engeland. In de 12e en 13e eeuw groeit de abdij, het heeft een groot aantal landerijen en is een belangrijk religieus, economisch en cultureel centrum in de regio.
In de 14e eeuw krijgen de monniken het zwaar tijdens de Zwarte Dood, maar in 1538 is het door de sluiting van de kloosters door Hendrik VIII helemaal gedaan met de abdij. Een gedeelte van de stenen van de abdij wordt hergebruikt, wat rest is een ruïne.
Het is een ruïne die indruk maakt. De ligging in het dal, met slechts enkele huizen om zich heen, blijft je verbazen. Het moet hier ooit zo druk zijn geweest, en nu zo rustig. Maar er is nog veel te zien. Het gebouw moet immens geweest zijn. Er is een minimuseum bij, met nog wat oude vondsten, maar de ruïne zelf is het meest interessant. We lopen door de kapittelzaal, het klooster en het gastenverblijf. De hoge muren van de abdij laten me klein voelen. Dit is zeker één van de mooiste abdijruïnes van Engeland.
White horse
We rijden weer verder langs de Rye rivier die we oversteken bij de oude Rievaulx Bridge. Langs de smalle weg staan hoge heggen, maar soms vang ik een glimp van de uitzichten daarachter. Schapen en koeien grazen in deze prachtige omgeving. Als de heggen verdwijnen zie ik de doorgaande weg al in de verte, hier hoeven we nog maar een klein stukje over voordat we weer afslaan. Hier dalen we tussen de bomen met 25%. We passeren een zweefvliegveld, en we zijn jaloers op iedereen die hier een rondje mag doen.
Wanneer we parkeren zijn we lichtelijk teleurgesteld. Door tijdgebrek hebben we de auto hier naartoe gepakt. Op de krijtheuvels is namelijk een wit paard te zien, alleen niet vanuit de parkeerplaats zoals we hoopten. We zien alleen zijn romp, maar voor zijn hoofd heb ik toch de drone nodig. Wat hebben die zweefvliegers toch een geluk…
Sutton Bank
We springen dan ook maar weer snel de auto in, klimmen de 25% weer omhoog en nemen de volgende afslag. Hier is een bezoekerscentrum van North York Moors National Park . Er is hier echter nog iets belangrijkers…het mooiste uitzicht van Engeland, tenminste volgens James Herriot, de beroemde dierenarts en schrijver.
Na een bezoek aan het bezoekerscentrum moeten we nog een stukje lopen tussen de bomen door. Het is een makkelijk begaanbaar pad, van nog geen 500 meter, naar het uitzichtpunt. Daar aangekomen worden we niet teleurgesteld, het is hier prachtig!
We kunnen boerderijen zien (zou James Herriot daar ooit hun dieren hebben geholpen?), verschillende heuvels en zelfs een klein meertje. Ook de zweefvliegclub is hier te zien, ja die hebben een echt een goed plekje uitgekozen!
Sutton Bank National Park Centre
In het bezoekerscentrum genieten we nog even na van onze trip. Hier kunnen we meer leren over de omgeving, en in het bijzonder de Rye vallei. Dit is onze laatste stop op deze reis die voor ons georganiseerd is. Onder het genot van een tosti en flapjack kijken we terug op de prachtige plekken die we bezocht hebben. En natuurlijk bespreken we ook de plekken die we graag nog eens willen zien. Want hoe mooi moet North York Moors wel niet zijn eind augustus/begin september?
Kers op de taart
We rijden terug naar Hull via East Yorkshire, langs Wolds Village, onze eerste accommodatie. We hebben nog wat tijd over als we in de buurt van Driffield zijn. En nu had ik daar al heel lang iets op mijn wensenlijstje staan waar we nog niet eerder tijd voor hebben gehad. Het kerkje Church of St Michael and All Angels in Garton on the Wolds heb ik ooit eens gespot op Instagram. We parkeren de auto voor de deur in een klein dorpje. Van buiten lijkt het niets bijzonders, maar als we binnen stappen vallen onze monden open. Mijn reisgezelschap begrijpt nu ineens waarom ik hier toch nog wel heel graag naartoe wilde. Ik vind het in het echt nog mooier dan verwacht.
Alle muren van deze, in 1132 gebouwde kerk zijn beschilderd. Onder leiding van Sir Tatton Sykes van Sledmere House is de kerk tussen 1872-80 getransformeerd. Architect G.E. Street en kunstenaars Clayton en Bell verfraaiden de kerk met schilderingen en Spaanse tegels. Een echte kers op de taart.
We stoppen nog even snel bij Wolds Village. Chris verwelkomt ons meteen en haalt mijn schilderij vanuit de opslag. Weer een warm welkom in het gastvrije Engeland. We zouden graag willen blijven, maar P&O Ferries verwacht ons die avond nog op de boot.
Dag 5-6: Terug naar huis
Het is druk als we in Hull aankomen. De TT op Isle of Man is afgelopen, waardoor het vol staat met motorrijders. Eenmaal aan boord blijkt dat we beter hadden kunnen reserveren voor ons avondeten, de brasserie zit tot laat vol. Dan toch maar weer het buffetrestaurant, wat ook nooit verkeerd is.
Wanneer we de Humber afvaren en de zee opgaan worden we nog even getrakteerd op een mooie zonsondergang. Of de roadtrip door het oosten van Yorkshire nog niet mooi genoeg was!
Zelf op een roadtrip door het oosten van Yorkshire?
We hebben deze roadtrip op uitnodiging gedaan, waardoor we slechts vijf dagen hadden. We raden je aan om meer tijd te nemen voor deze geweldige omgeving als dit mogelijk is. Er is zo veel te zien, en nog meer rondom de locaties waar wij al zijn geweest. De meest ideale periode voor deze reis is lastig. Wij waren er in juni, waardoor we de lammetjes en broedende vogels (waaronder de papegaaiduiker) hebben kunnen zien. Wanneer je eind augustus/begin september gaat staat de heide in bloei, wat natuurlijk ook prachtig is. Zo heeft iedere periode zijn eigen voordelen om te reizen naar deze regio.
Het oosten van Yorkshire is verdeeld in twee regio’s: East Yorkshire (officieel East Riding of Yorkshire) en North Yorkshire, waar nationaal park North York Moors in ligt.
Lees hier onze tips over autorijden in het Verenigd Koninkrijk voor een veilige autoreis.
Geef een reactie