Gepubliceerd op 1 september 2016 | Laatst aangepast op 5 juli 2024
Wanneer je het over ‘The Great Fire of London’ hebt gaat het maar om één brand, ondanks dat het in die tijd vaak voorkwam dat er een huis afbrandde. Maar op 2 september 1666 was het raak, goed raak. De oude houten stad brandt dagen en er blijft weinig over van de mooie getimmerde huisjes in de City. Hoe kon dit gebeuren en wat waren de gevolgen?
Het Londen van 1666
Londenaren waren in de jaren 1665 en 1666 in de ban van de Pest, deze ziekte koste zo’n 68.000 inwoners (1/5 van Londen) hun leven. Het was dus niet voor niets dat de bewoners bang waren voor deze ziekte, en de angst voor een brand pas ver daarna kwam. Vuur was toen één van de middelen om de lucht te reinigen van de pest. Tenminste, dat werd in die tijd gedacht. De ziekte wordt echter verspreid door ratten en vlooien. De pest kent zijn hoogtepunt eind 1665, en neemt in 1666 ver af. Maar ook nog tegen september zijn er nog pestgevallen in Londen, pas na de brand houdt de aanwas op.
Londen is in die tijd een van de grootste steden in Europa. De stad bestaat uit veel houten huizen (vakwerkhuizen), die overhellen (waarbij dus de bovenste verdiepingen over de straat hangen). De meeste activiteit vindt plaats in the City, het gedeelte van Londen binnen de middeleeuwse muren, toen (en nu) het bruisende handelsgedeelte van Londen. Er is dan geen vorm van riolering in de stad.
Het ontstaan van de brand
Het was een kleine vergissing, maar met grote gevolgen. Bakker Thomas Farriner (of Farynor) zal zich nog lang afvragen hoe het zo fout heeft kunnen lopen. Hij werkt onder andere voor Navy’s Victualling Office, waarvoor hij schipkoekjes maakt. Elke dag doet Farriner de oven uit, controleert of het vuur echt gedoofd is.
Zo ook deze zaterdag 1 september, zo rond een uur of 8/9 ’s avonds. Blijkbaar smeult het nog wat na en ontsteekt het het nabijgelegen brandhout. Voor één uur ‘s nacht, drie uur nadat de bakker naar bed is gegaan, gaat zijn huis in Pudding Lane in vlammen op. Hij kan zichzelf en zijn gezin in veiligheid stellen, maar zijn dienstmeid is het eerste dodelijke slachtoffer van deze rampzalige gebeurtenis.
De stad bestaat uit houten huizen waardoor de vlammen zo om zich heen verspreiden. De brand wordt geblust met emmertjes water. Natuurlijk niet genoeg voor zo’n grote vuurzee. De burgemeester moet eigenlijk het sein geven om de omliggende panden te slopen, zodat de brand geen voeding meer heeft. Maar bang voor de kosten voor de wederopbouw blijft dit besluit uit. Burgemeester Sir Thomas Bloodworth schijnt zelfs in de eerste nacht te hebben gezegd: ‘A woman might piss it out’. En ging daarna weer terug naar bed.
The Great Fire duurt dagen
Door de smalle straten, strooien daken, droge zomer en harde wind gaat het vuur als een lopend vuurtje. Aan de kade van de Theems bevinden zich pakhuizen met olie en andere brandbare spullen. Deze vatten al snel vlam. De London Bridge, die vol met winkels staat, begint ook met branden.
Gelukkig wordt voorkomen dat de zuidelijke oever ook afbrand. Een gat tussen de gebouwen op de brug zorgt ervoor dat maar een derde van de brug verloren gaat. Op de tweede dag van de ramp breidt het gebied snel uit. De westelijke stadsmuren worden langs de noordoever op honderd meter na bereikt. Hierdoor is het bijna onmogelijk om via deze kant nog aan water te komen om de brand te blussen.
De meeste inwoners slaan op 4 september op de vlucht als ze zien dat de brand nog steeds niet is gedoofd. Het vuur is op vele plekken al tot aan de stadsmuren gekomen. In het westen kruipen de vlammen al over de stadsmuren. Er moeten vele straten neergehaald worden om niet alles te verwoesten. Het besluit komt er, waardoor het vuur aan de westkant een halt toe wordt geroepen. Eerdere pogingen mislukten door de harde wind.
De St Paul’s Cathedral moet het ook ontgelden. Door een vuurstorm barsten de muren en stort het gebouw in.
Het neerhalen van huizen, tezamen met het gaan liggen van de wind lijkt op de vierde dag (woensdag 5 september) eindelijk echt effect te hebben. Door het gebrek aan brandstof dooft het vuur en word niet meer aangewakkerd. De hitte zorgt er wel voor dat het gebied nog weken onbegaanbaar blijft. De opgeslagen steenkolen en hout smeulen nog lang na.
De gevolgen
De grote brand van Londen verwoest een groot gedeelte van het centrum van de stad. Ruim 13.000 huizen en bijna 90 kerken gaan verloren. 80% van de City, 1,5 km², is weggevaagd, alleen nog maar as. Er waren alleen nog gedeeltes van de (stenen) St Paul’s en Guildhall over. 100.000 mensen zijn door de brand dakloos.
Ondanks de omvang van het rampgebied vallen er ‘slechts’ zes doden. Er is in 1666 echter nog geen woonregister, waardoor een officiële dodental niet te noemen is. Om de gemoederen te sussen is een laag dodenaantal natuurlijk het beste, dus of het er echt maar zes zijn is te betwijfelen.
De schuld van de brand wordt door velen bij de vele buitenlanders gelegd. Zonder enige echte concrete aanleiding daarvoor. Er waren in die tijd vele oorlogen en handel voeren was nog heftig. Onder meer de concurrentie met Frankrijk en de Nederlanden is heftig, en tijdens de brand van Londen woed de tweede Engelse oorlog met Nederland. Al tijdens de brand wordt er gezocht naar buitenlandse saboteurs. Sommige eenheden die in Londen de brand moeten bestrijden besteden zelf meer tijd aan het opsporen van buitenlanders dan aan blussen. Ook in de maanden na de brand krijgen buitenlanders het zwaar te verduren
In Nederland komt het nieuws van de brand ook binnen. Het wordt gezien als vergelding voor een gebeurtenis een maand eerder tijdens de Tweede Engelse Oorlog. Daarbij lieten de Britten West-Terschelling afbranden.
De pest wordt door de brand wel uit Londen verdreven. Ratten en vlooien (de verspreiders van de ziekte) vinden de dood in de enorme brand. Ook de nieuwe infrastructuur van na de brand helpt mee. Geen overbevolkte houten huizen meer, maar brede straten met riolering.
De stad gaat door de brand van een middeleeuwse stad naar moderne metropool. Christopher Wren en Robert Hooke zijn de belangrijkste architecten van ‘het nieuwe centrum’. Hun plannen voor een radicale herindeling worden echter niet uitgevoerd, Londen blijft wel zijn middeleeuwse straatpatroon houden. Het duurt echter jaren voordat de City weer heropgebouwd is. Gebouwen mogen niet meer overhangen en moeten van (bak)steen gemaakt worden. Een rieten dak is vanaf de brand verboden in de stad (alleen voor de Shakespeare’s Globe Theatre wordt een uitzondering gemaakt).
The Monument (of the Great Fire of London) herinnert ons nog aan de grote ramp in hartje Londen. Deze is tussen 1671 en 1677 gebouwd ter herinnering aan de wederopbouw van de City. Het monument is 61 meter hoog, op dezelfde afstand (van het monument) ligt de plek in Pudding Lane waar het vuur begon.
2016
Op 4 september 2016 werd de Great Fire of London herdacht, het was toen 350 jaar geleden dat er maar weinig van de stad overbleef. Deze herdenking gebeurde onder andere door het afbranden van een maquette van het Londen uit 1666. Dit werd live gestreamd en de beelden zijn nog terug te kijken:
Plekken die je kunt bezoeken:
The Monument
St. Paul’s Cathedral (informatie over de brand )
London Fire Brigade museum
Museum of London
Meer informatie over de Great Fire of London:
Boeken:
The Diary of Samuel Pepys by Samuel Pepys -Robert Latham and William Matthews Restoration London – Liza Picard
The Rebuilding of London After the Great Fire – T.F. Reddaway
The Building of London – John Schofield
Website:
BBC – The Great Fire of London
History.com – 2 september 1666
Historic-uk – The Great Fire of London