Gepubliceerd op 3 november 2017 | Laatst aangepast op 18 augustus 2024
Op twee derde van onze vakantie in Engeland arriveren we weer in Birmingham. Waar we eerst de stad en Stratford-upon-Avon hebben verkend en daarna met de narrowboat het Worchester & Birmingham kanaal, gaan we nu weer terug naar het centrum. We hebben al veel gezien, maar Brum heeft ons nog meer te bieden.
Dan maar shoppen…
Nadat we ingecheckt hebben in het Ibis New Street Station hotel gaan we naar de vlakbij gelegen markten. Het zijn er drie; Bullring Indoor Market, Rag Market en Open Market . We lopen de middelste, ”voddenmarkt”, als eerste binnen. De plek voor (goedkope) schoenen, kleren en een verdwaalde uil (overblijfsel van de Owl Trail uit 2015). Met en sjaaltje van een pond om mijn nek, die ik eigenlijk nodig had op de narrowboat, vertrekken we naar de buitenmarkt. Bakjes fruit en groenten staan verleidelijk uitgestald. Marktkooplieden prijzen hun goederen nog mooier aan, maar ik sla ze over. De hongertrek is inmiddels wel een beetje aangewakkerd. Bij de derde markt krijg ik nog meer lekkers voor mijn neus. In de Indoor Market kruipen de slakken uit hun bakjes en liggen de varkenspoten uitgestald op de toonbank. Voor vis, vlees, noten en dergelijke moet je hier zijn. Voor kant-en-klaar eten alleen niet, dus dat wordt richting restaurant Browns voor een heerlijke steak and Guinness pie.
Dat zorgt voor genoeg energie om de middag weer aan te kunnen. Voor nog meer shoppen bijvoorbeeld? Toch maar eerst naar de Saint Martin’s : deze kerk uit 1873 is tussen de (nieuwbouw)winkels komen te liggen. Brummie Alfred Chatwin is de architect van de kerk, hij werkte ook aan Houses of Parliament in Londen. Tijdens het ontwerp omringd door marktkooplieden, tegenwoordig is daar shoppingcentrum Bull Ring bijgekomen. Dit opvallende gebouw weerspiegelt nu het geloofsgebouw, maar trekt zelf alle aandacht naar zich toe. Het aparte design van buiten gaat binnen door. Een feest voor het oog van de moderne architectuurliefhebber, maar ook van de shopaholic.
We lopen via Selfridges naar boven om daar de Bull Ring weer uit te lopen. Birmingham is, net als Rome, op zeven heuvelen gebouwd. Geen zware beklimmingen, maar wel hoogteverschillen die in een winkel minder erg zijn dan daarbuiten. We stellen het echte shoppen namelijk nog even uit. Voor deze middag is een bezoekje aan de bibliotheek ingepland, niet om uitgebreid een boek te gaan lezen, maar voor de architectuur en de uitzichten. De Library of Birmingham is een ontwerp van de Nederlandse Francine Houben en is met 31000 m² één van de grootste openbare bibliotheken ter wereld.
Hoe indrukwekkend dit allemaal ook is, eigenlijk kom ik voor de ‘secret garden’, die eigenlijk niet zo heel geheim meer is. Eerst stap ik op de derde verdieping naar buiten. Hier is al een mooie tuin met uitzicht op het centrum van Birmingham, inclusief bouwwerkzaamheden. Na wat foto’s neem ik de lift (inclusief gesproken Shakespeare teksten) naar boven voor de Shakespeare Memorial Room. Je waant je hier in een oude bibliotheek, zo anders dan het moderne gebouw waar het zich in bevindt. Achter de hout-met-glazen kastdeuren staan alleen maar Shakespeare boeken, indrukwekkend.
We gaan twee verdiepingen omlaag want op de zevende is de geheime tuin aan de achterkant van het gebouw. Hier zie ik ons hotel van de eerste dagen en hebben we een prachtig uitzicht over de Black Country. Als we de hoek omlopen zien we The Cube en Mailbox, een paar dagen geleden nog ons ’thuis’ toen we met de narrowboat op stap waren. Als het begint te regenen, vluchten we weer naar binnen. Het is goed voor de planten die hier staan, maar wij zijn meer ”van de zon”.
Gelukkig wordt de regen al minder als we op de begane grond weer naar buiten stappen, er staat dan ook een stukje lopen voor de boeg. Aan de andere kant van het centrum ligt namelijk het Thinktank museum . Het museum met een Spitfire in de hal, net zoals ook een stoomlocomotief. Waar je meer leert over de onderwaterwereld en sterrenhemel. Over uitvinden van het verleden en in de toekomst. Genoeg te zien, genoeg redenen om een stukje te lopen. Wanneer we arriveren in het gebouw worden we echter tegen gehouden. Het museum is gesloten omdat er een waterleiding gesprongen is.
Teleurgesteld gaan we de rest van de middag dan maar shoppen. In het zonnetje, yes de jas kan zelfs uit, lopen we langs de Bull Ring naar de Custard Factory . We kopen hier geen mosterd, maar bekijken vooral veel graffiti. Het aantal onafhankelijke winkels dat we aantreffen vinden we tegen vallen. We genieten echter wel van de prachtige tekeningen op de muur en de oudste pub van Birmingham The Old Crown .
Voor het shoppen gaan we dan toch nog maar naar de Bull Ring, met 160 winkels genoeg keuze voor de rest van de middag. De dag sluiten we af in The Dragon Inn , een Wetherspoon pub om de hoek bij ons hotel.
Foto’s Birmingham
Chocolate time!
Na een heerlijk ontbijtje gaan we op pad naar mijn droombestemming. Als iemand Birmingham zei, zei ik altijd Cadbury! De chocoladefabriek is gevestigd in Bournville, net buiten de stad. De fabriek zelf is niet te bezoeken, maar daar heeft het chocolademerk iets op gevonden. Cadbury World is het themapark voor iedere chocoholic.
Het is weekend, dus vrij druk. In de rij om de ‘fabriek’ binnen te komen worden we vermaakt door een man op zeer lange benen. Twee volwassenen vallen blijkbaar op en ik word er uitgepikt. Waar we vandaan komen? Nederland. Oh dan wil hij wel wat Nederlands leren. ‘Hoe gaat het?’ komt er vrij lastig uit. Ook de rest van de rij moet er aan geloven. En zo spreken er heel wat meer mensen Nederlands in Engeland.
Voordat we binnen stappen, krijgen we drie repen chocolade, ik heb een slechter museumentree meegemaakt. Door het goede ontbijt verdwijnen ze toch nog even in de tas. Om me heen hoor ik toch heel wat papiertjes open gaan terwijl we de jungle van Centraal Amerika instappen. Hier begint de historie van de chocolade, vanwege de cacaobomen die hier in grote getale groeien. We leren dat de Maya’s al een soort van chocolade, met chili, dronken tussen 250 en 900. En dat in 1519 de Spanjaard Hernan Cortes in Mexico kwam en daar de cacao ontdekte en zodoende kwam dit heerlijke goedje ook in Europa. We lopen langs hologrammen in kleine decors, zeer mooi gemaakt en informatief. De chocolade die we toen net nog zo makkelijk kregen was niet altijd zo gewoon.
We belanden opeens in White Street Londen, waar de herenclub Whites Chocolate House te vinden was in 1693. Hier dronken hooggeplaatste heren hun chocolade terwijl ze over politiek praten en gokken. In de nagebouwde straat zien we ook een theewinkel van Cadbury (sinds 1824). Een jongeman roept iedereen bij elkaar en vertelt hoe de chocoladedrank Engeland veroverde en in de winkels van Cadbury belandde. In de ruimte erna krijgen we uitleg van John Cadbury en zijn zoons over de zoektocht naar de perfecte chocolade en de beginjaren van het merk Cadbury.
Daarna is het tijd voor de ‘fabriek’, we kunnen zien hoe de melk bij de chocolade wordt gedaan (voor de bekende Cadbury’s Dairy Milk), we krijgen nog een reep chocolade, je kan op de foto in een leuke Cadbury setting (wij slaan over) en dan lopen we langs stilstaande inpakmachines (ze zijn bezig met een nieuwe ruimte). Net wanneer je denkt dat het meer een museum is dan een attractiepark komt Cadabra. Ik neem plaats in een leuk autootje en word rondgereden tussen zeer vrolijke cacaobonen. Als je hier niet blij van wordt…
Daarna is het tijd om te gaan proeven (als je je vier repen tenminste nog niet op hebt, want dan past er denk ik niets meer bij). We krijgen warme chocolade met twee toppings naar keuze. Het bekertje is maar klein, maar het vult goed. Terwijl we het oppeuzelen kijken we naar verschillende demonstraties van het werken met chocolade.
Weer een goede bodem voor de (voor Britten) bekende reclamefilmpjes, leuke interactieve spelletjes en daarna het walhalla voor elke chocoladeliefhebber. De grootste Cadbury-winkel van de wereld. De ideale plek om wat souvenirtjes in te slaan (en ja, ook wat voor mezelf).
Nu we binnen alles hebben gezien gaan we buiten een kijkje nemen. Daar is namelijk nog de 4D-adventure. We gaan de achtbaan in en overleven het maar net, gelukkig is het maar een film. Het is een bioscoop waar onze stoelen meebewegen met de 3D-film. Weer buiten slaan we de speeltoestellen maar over. Je gaat je hier bijna kinds voelen, maar zo erg is het nog net niet. Daarom gaan we maar naar de wat volwassener Bournville Experience. Het dorp dat door Cadbury vlakbij Birmingham is opgezet voor zijn werknemers. Hier hadden ze een goed leven met veel voorzieningen. Wist je al dat Roald Dahl hier vier jaar heeft gewoond? Hij heeft hier blind geproefd of de nieuwe creaties van Cadbury verkoopwaardig waren.
Met zoveel chocolade om je heen kun je niet anders dan trek krijgen, en omdat het inmiddels al lunchtijd is gaan we naar het Cadbury Cafe voor een afternoon tea. Om de naam toch een beetje in ere te houden gaan we toch maar voor de thee in plaats van de chocolademelk (al klinkt het verleidelijk). We krijgen een goed gevulde etagère met veel lekkers. Aan calorieën zullen we maar niet denken. Na wat sandwiches en zoetigheden zit mijn maag vol, de rest gaat mee in een doggybag.
Bournville
Tijd om de calorieën er weer af te gaan lopen in het dorp. Om de fabriek, die nog steeds wordt gebruikt, staan borden met informatie over de fabriek en het dorp. Er staan nog veel oude gebouwen, zoals bijvoorbeeld de entree van de fabriek uit 1899 en het Old Farm Hotel.
Wij lopen het ‘centrum’ van het dorp in. In de kerk is een bruiloft bezig, inclusief een antieke oude auto en een hoop genodigden. Het Selly Manor huis, uit 1476, heeft zijn deuren open staan. Het museum bestaat uit twee gebouwen, we beginnen in Minworth Greaves van rond 1300. George Cadbury kocht het in 1911 en liet het verplaatsen en restaureren.
Eerder kocht hij er al het Selly Manor House in 1907, pas in 1916 stond het gehele huis op zijn nieuwe plek en werd het een jaar later geopend als museum. De meubels en spullen in het huis, ook authentiek, zijn gekocht door George en zijn zoon Laurence. Ik ben dol op deze vakwerkhuisjes en kijk mijn ogen dan ook uit, wat een mooi gebouw. Als we verder lopen begint het te regenen, tijd om terug te keren naar Birmingham.
Hier eten we in het treinstation Grand Central , dat naast vele restaurants ook winkels bevat.
Foto’s Cadbury World/Bournville
Back to….
Vandaag gaan we terug, terug in de tijd en terug naar huis. Maar eerst verkennen we de Chinsese en homowijk achter ons hotel. Het is zondagochtend dus nog rustig op straat. Gelukkig is straatkunst altijd zichtbaar en zo vermaken we ons prima tot het museum Back to Backs (ook bekend als Court 15) open is. Het zijn de laatste huizen in hun soort in Birmingham. In 1840, toen deze huizenreeks werd gebouwd, was dit concept niet echt uniek. Huizen werden met hun ‘ruggen (back)’ tegen elkaar gebouwd, dat betekende weer een muur minder om te bouwen. Hierdoor ontstonden hofjes (en huizen aan de straatkant) waar mensen echt op elkaar aangewezen waren. Vanaf 1875 werden er geen back-to-backs meer gebouwd en in 1970 waren bijna alle huizen vernietigd.
De huizen kun je alleen bezichtigen met een gids, maar dit is dan ook echt een toevoeging. We beginnen in een huis uit 1840, waar er nog best veel luxe was. Er woonde een klein gezin (de Joodse Levy familie) in dit huis dat begon als gewoon huis. Later is er pas een muur midden in het huis gebouwd en werd het een back-to-back huis. Aan de andere kant is nu een vakantiehuisje, misschien een idee voor de volgende keer…
Via een deurtje gaan we naar het volgende huis, een origineel back-to-back huis met de inrichting van 1870. Hier woonde William Corbishley, die glazen ogen maakte, voor knuffels, poppen en mensen. Toch een apart gezicht zo’n bak met ogen….
Het buurhuis is ingericht als een woning uit de crisisjaren rond 1930. Henry Mitchell en zijn vrouw woonden hier met vier kinderen. Waarschijnlijk hadden ze vaak extra mensen in huis om de huur te kunnen betalen.
Huis vier, inrichting uit 1970, heeft nog veel originele spullen van deze tijd. De West-Indische George Saunders kwam in 1958 naar Birmingham. Als kleermaker kwam hij in het begin moeilijk aan het werk en begon daarom zijn eigen winkel aan huis. Het werd een succes en de winkel was van 1977 tot in 2001 open.
We leren een hoop van onze gids. Zo was er vroeger een belasting op behang, maar werd het soms toch in een arm huis aangetroffen omdat de doodgeslagen bedwantsen zo niet opvielen. De badkuip werd buiten opgehangen waar binnen de kachel was, zo bleef deze een beetje warm. En het toilet? Die was buiten in het hofje, net zoals het washok.
Blij dat we in het heden stappen als we weer naar buiten gaan. We nemen nog even een kijkje bij het ‘oude’ snoepwinkeltje op de hoek. Er zit nog een doggybag in de tas, dus het blijft bij kijken.
Ondanks dat we een aantal nachten bij The Mailbox hebben gelegen met onze boot, zijn we nog niet naar het BBC Visitor Centre geweest wat in het winkelcentrum is gevestigd. Daarom gaan we nu alsnog een kijkje nemen. Het is ook mogelijk om een backstage tour bij BBC Birmingham te doen, maar wij hebben daar geen tijd voor. Het blijft dus bij een radiostudio achter glas en maskers van Doctor Who.
Op naar onze laatste stop van de vakantie, we lopen langs het Gas Street Basin naar de gratis IKON Gallery . Het is in een prachtig gebouw, het oude Oozells Street School met een nieuw glazen jasje. Er hangen indringende schetsen van Käthe Kollwitz, een kapotte jeans en resten van oude fietsen. Bij moderne kunst kan het allemaal.
Na een lunch is het tijd om de koffer weer op te halen bij het hotel en met de trein en Air-Rail Link weer richting Birmingham Airport te gaan. Negen dagen gaan snel, veel te snel. En dat voor een stad waar ik tot voor kort alleen Cadbury bij kon plaatsen.
Foto’s laatste dag Birmingham
Video Birmingham
Janie | 2017
Eén reactie op “Birmingham: de stad voor shop- en chocoholics”
Verry nice